1. Mannen (Romeinen en Grieken)
Kleding (Romeinen):(foto 2)
De Romeinse mannen droegen een tuniek die tot de knieën reikte en
verschillende soorten mantels (o.a. de toga en de paenula). Onder de tuniek
droegen ze een lendendoek of een soort broek. Welgestelde Romeinse mannen
werden vaak togati (togadragers) genoemd. De toga was een onpraktisch
kledingstuk dat slechts diende als statussymbool.Van hen werd verwacht dat
ze , als ze uitgingen, een toga over hun tuniek droegen. Dit was een grote
lap van fijne witte wol met een rechten ellipsvormige zijde die om het
lichaam werd gedrapeerd. Het omslaan van dit kleed was erg ingewikkeld,
zodat hulp van slaven en dienaren onontbeerlijk was. De toga’s werden in de
loop van de tijd steeds groter en verfijnder. Een soortgelijk kledingstuk
voor de mannen was de paenula. Dit was een grote rechthoekige wollen lap die
over de linker schouder werd gedrapeerd en onder de rechter arm door voor de
borst werd getrokken.Bij slecht weer droegen de mannen een wollen cape met
een capuchon.
Kleding (Grieken):
De man draagt een tuniek, de chiton, en een mantel, de himation.De chiton
bloest over zijn gordel heen. Jongere mannen droegen soms alleen een
himation, over één schouder geslagen en rond de heupen gewikkeld.
Mode (Romeinen):(foto 3)
De Romeinse mannen volgden de mode op de voet, vooral wat betreft kapsel.
De Romeinse edelman die deze buste afbeeldt, draagt het dichte haar en de
getrimde baard die omstreeks 130 na Chr. in de mode was.Daarna werden de
baarden steeds langer tot ongeveer 230 na Chr. toen stoppelbaarden en
militaire caesarkapsels in zwang raakten.
2. Vrouwen (Romeinen en Grieken)
Kleding (Romeinen):(foto 4)
De Romeinse vrouwen droegen een tuniek van wol of linnen en soms een
mantel. De rijken droegen geïmporteerde weefsels als Chinese zijde of
Indiase katoen. De tuniek die de vrouwen droegen werd ook wel stola
genoemd.Welgestelde vrouwen droegen over hun tuniek een palla, een
omslagmantel, die lang genoeg was om over de schouders en of om het hoofd
geslagen te worden en tegelijkertijd de knieën te bedekken. De Palla was
evenals de toga van wol.De meeste vrouwen kozen felle en contrasterende
kleuren uit voor hun stola en palla.Vrouwen droegen een onderkleed met een
borstlap.
Kleding (Grieken):
Van de chiton wordt gezegd dat hij in de Griekse kolonie Ionië
uitgevonden werd. Hij was gemaakt van een enkel rechthoekig stuk stof, werd
in tweeën gesneden en van de nek tot de ellebogen op verschillende plaatsen
samengeknoopt om een gracieus effect met losse mouwen te krijgen. In de
taille werd hij met een gordel bijeen gehouden.
Sieraden (Romeinen):(foto 5)
Ringen, armbanden en halssnoeren werden veel gedragen. De meeste sieraden
waren gemaakt van goedkoop brons en soms van glas. Veel vrouwen lieten
gaatjes in de oren maken voor oorringen. Versierde doekspelden hielden de
kleding bijeen.
3. Algemeen (Romeinen)
Ringen :(foto 6)
Ringen werden door mannen en vrouwen veel gedragen. Gouden ringen waren
een teken van stand voor equites, en ringen met gesneden stenen werden
gebruikt om documenten te zegelen. Andere hadden magische kracht en konden
ongeluk afwenden.
Doekspeld :(foto 6)
De doekspeld of fibula was een gewone accessoire. Ze was handig om
mantels en andere kledingstukken op de schouder te bevestigen.
4. Kinderen (Romeinen en Grieken)
Kleding (Romeinen) :(foto 7 en 8)
De Romeinse kinderen kleedden zich net als hun ouders en vergezelden hen
dikwijls naar officiële ceremonies. De kinderen werden zo opgevoed dat ze er
precies uitzagen en zich gedroegen als miniatuurversies van hun ouders.Aan
hun voeten droegen ze leren sandalen, overal en altijd. Verder kenden ze
eigenlijk geen schoenen of iets dergelijks.
Kleding (Grieken) :
Kinderen droegen zoals bij de Romeinen dezelfde kleren als hun ouders,
maar ze hadden waarschijnlijk vrij korte tunieken zodat ze vrij konden
rondlopen. Ze liepen blootsvoets binnenshuis en droegen leren sandalen met
verscheidene riemen wanneer ze naar buiten gingen
5. Woordenlijst
TUNIEK: De tuniek was een lang en mouwloos kledingstuk van linnen of
katoen dat rond het middel met gordel was vastgesnoerd.
FIBULA: Hechtspeld, veiligheidsspeld, gesp, broche haak, sierspeld
waarmee de mantel op de rechterschouder werd vastgemaakt.
CHALCEDON: soort halfedelsteen
(foto 1a: Romeinen)
(foto 1b: Grieken)
6. Boeken
a) Simon James in samenwerking met Britisch Museum London, Rome (reeks:
ooggetuigen), Great Britain in 1990.
b) Anne Pearson in samenwerking met Britisch Museum Londen, Griekenland
(reeks: ooggetuigen), Great Britain in 1992.
c) Jacques Martin en Gilles Chaillet, De reizen van Alex: Rome 1 (reeks:
Alex), België 2002.
7. Leerlingen die hieraan gewerkt hebben
Nassira Abbou, Ruth De Keyser, Sanne Van Dam en Nathalie Claisse