herhalingsoefening werkwoorden 1ste jaar

 
  1. Wat is de kenletter van het futurum simplex van de 1ste vervoeging?

    1.   a en e
    2.   b
    3.   ba
    4.   eba
  2. Wat is/zijn de kenletter(s) van de indicatief futurum simplex van de 4de vervoeging?

    1.   a en e
    2.   b
    3.   ba
    4.   eba
  3. Welke bindklinker heb je in de indicatief praesens van de 3de verbuiging voor de r?

    1.   i
    2.   e
    3.   u
    4.   o
  4. Wat is de actieve imperatief enkelvoud van capere?

    1.   cap
    2.   capi
    3.   cape
  5. Wat is de passieve infinitief praesens van tegere?

    1.   tegi
    2.   tegeri
    3.   tegiri
  6. Met welke tijd komt de indicatief imperfectum overeen in het Nederlands?

    1.   O.T.T.
    2.   O.V.T
    3.   V.Toek.T
    4.   O.Toek.T
    5.   V.V.T.
  7. Welke werkwoorden behoren in het Latijn tot de derde vervoeging?

    1.   De ww. waarvan de stam eindigt op een lange i.
    2.   De ww. waarvan de stam eindigt op een medeklinker
    3.   De ww. waarvan de stam eindigt op een -e
    4.   De ww. waarvan de stam eindigt op een medeklinker of op een -u.
  8. Wat is de vertaling van monebit?

    1.   Hij waarschuwt
    2.   Hij waarschuwde
    3.   Hij zal waarschuwen
    4.   Hij zal versterken
  9. Hoe wordt "scribam" vertaald?

    1.   Ik schrijf
    2.   Ik schreef
    3.   Ik zal schrijven
  10. Welke uitspraak is juist?

    1.   "Ferre" wordt grotendeels volgens "tegere" vertaald maar de bindklinker blijft weg voor een -r, -s, of -m en in de imperatief.
    2.   "Ferre" wordt grotendeels volgens "tegere" vertaald maar de bindklinker blijft weg voor een -r, -s, of -t.
    3.   "Ferre" wordt grotendeels volgens "tegere" vertaald maar de bindklinker blijft weg voor een -r, -s, of -t en in de imperatief.