Vocabularium oefening caput 3

In de middenkolom geef je de genitief én het genus (m. vr. onz) van de substantieven; van de werkwoorden geef je de eerste persoon; van alle andere woorden de woordsoort (bijwoord, vraagpartikel, voegwoord)




1. praeterire
2. porta .
3. aedificium .
4. hodie
5. num?
6. quod ;
7. filum .
8. tunc ;
9. debere ;
10. quare? ?