In de middenkolom zet je van | de substantieven :het meervoud (voluit), het genus (man., vr., onz.) |
| de werkwoorden:de eerste persoon enk. (voluit) |
| de andere woorden: | woordsoort: bijw., telw., voegw., vnw., voorz. (de andere informatie schrijf je voluit). |
In de 3de kolom schrijf je de vertaling.