HoofdpaginaDe Kelten
 

De  Keltische Oorlogsvoering

Tactiek

Eerst traden enkelen van hen naar voren en daagden de dapperste van de tegenstanders uit tot een tweegevecht.
Daarbij zwaaiden ze geweldig met hun wapens om de tegenstander te intimideren. Als iemand de uitdaging had aangenomen, barstten de medestrijders uit in woeste gezangen, waarin de daden van hun voorouders en hun eigen heldendaden werden geroemd.
Om de vijand al voor het gevecht de moed te ontnemen, werd hij bespot of beledigd.
Het was een soort psychologische oorlogsvoering, die ontwikkeld was tot ritueel.

Methode

De hoorns schalden en de krijgers barstten uit in luid geschreeuw. Zwaarden werden tegen schilden geslagen, dit wakkerde de woede en de vechtlust aan. Dan stormden de eersten op de vijand.
Tegelijkertijd kwamen op de flanken vierwielige strijdwagens in beweging. Deze waren gewoonlijk met twee man bezet. De één mende de paarden, de ander gooide zijn speren naar de vijand.
Als hij ze allemaal vergooid had, sprong hij van de strijdwagen om zich als vechter te voet in te zetten. Op dat ogenblik keerde de menner de wagen om deze in geval van vlucht klaar te zetten.

De cavalerie streed ook op deze manier. Twee ruiters zaten op een paard. De één gooide tijdens de aanval zijn speren en steeg dan af. De tweede wendde het paard, bond het vast en greep, net als de andere, naar het zwaard of naar de lancia (een Keltisch woord voor lans).

Furor

Maar hetgeen de vijanden werkelijk bevreesde, was de aanblik die de Kelten boden en vooral de dolle razernij waarmee ze aanvielen.
Als ze eenmaal aan het vechten waren, waren ze niet meer normaal, ze raakten in een soort gevechtstrance.

Betekenis

Voor de kelten betekende oorlog een zeer persoonlijke aangelegenheid,waarbij iemand zijn dapperheid kon tonen en prestige en krijgsbuit kon verwerven

De koppensnellers

Als hun vijand gesneuveld zijn,snijden ze hun hoofden .Ze bevestigen die aan de nek van hun paarden. De bebloede wapens van hun tegenstanders overhandigen ze aan hun dienaren. Deze trofeeën spijkeren ze vast aan hun huizen. De hoofden van hun vijanden balsemen ze met cederolie en ze bewaren ze zorgvuldig in een kist en deze tonen ze aan vreemdelingen,waarbij ze op ernstige toon volhouden dat een van hun voorouders,of hun vader of zijzelf een grote som geld weigerden in ruil voor dat hoofd.
 
 
 
 
 

Voor alle opmerkingen, suggesties, verbeteringen slechts 1 adres.
© Vakwerkgroep Latijn Bim-Sem Mechelen 2002-2005