HoofdpaginaDe Kelten
 

Keltische visie op dood en begrafenis

Inleiding

De druďden geloofden in leven na de dood. Ze dachten dat de ziel overging in een ander lichaam. Uit sommige Romeinse bronnen blijkt zelfs dat de Kelten probeerden geld te lenen in ruil voor de schuldbekentenis dat zij hun schuld in het hiernamaals zullen aflossen.  

Dolmen

 

In vele Keltische landen vindt men allerlei dolmen, dat is een grafkamer bestaande uit rechtopgerichte bewerkte stenen, die bedekt zijn met een grote steen. Dolmen vindt men niet alleen in het Pre-Keltische rijk maar ook in Noord-Afrika, Azië en Japan.

Cromlechs

Men vindt er ook cromlechs. Een cromlech is een kring van opgerichte stenen en meestal treft men in het midden een dolmen aan. Stonehenge is ook een soort cromlech maar daar zijn de stenen wel bewerkt en Stonehenge is trouwens ook van latere datum.

Doden

De doden werden meestal verbrandt, men bouwde een stropop van tientallen meters hoog waarin de slachtoffers vastgebonden werden. Dat kun je trouwens ook in Caesars ‘De bello Gallico’ lezen. De belangrijkste doden werden op een brandend schip de zee ingestuurd. Zo kon men het snelst het schimmenrijk op het heilige eiland Tir nan Og komen.
 

Ook bekend is dat de Kelten hun doden cremeerden onder invloed van de Romeinen.

Er werden vaak kostbaarheden bij de dode gelegd om de rijkdom en het aanzien van de dode te tonen. De familie begroef de overledene met veel ceremonie. Men laat de rijkdom en de status van de familie zien door kostbare spullen weg te doen.

Grafheuvels

Er zijn verschillende soorten grafheuvels. Er kunnen er drie verschillende onderscheden worden. In de eerste soort vindt men een sluitspeld en vaak ook een groot stuk schaap- en lamsvlees. Bij het tweede type waren de grafgiften vaak gebruiksvoorwerpen. Men vond er ook soms een gehalveerde schedel of een voorpoot van een varken. Een derde groep is meer gevarieerd. Er werden speciale giften in die graven gevonden zoals voertuigen, drankbekers en spiegels. Het lichaam werd telkens anders geplaatst. Samen met de dode begroef men eten dat als voedselpakket kon dienen tijdens de reis naar het hiernamaals. Met dat eten kon men ook de goden betalen om de ‘eeuwigheid’ te betreden.

Goden

 

De Kelten hebben vele goden. De god van de rijkdom en de hergeboorte wordt Dag(h)da genoemd. Hij had altijd een grote stok bij zich. Met het ene uiteinde kon hij leven schenken en met het andere was hij in staat te doden. Hij droeg ook een reusachtige kookpot bij zich die nooit leeg kon raken. Verder was er ook nog Cernunnos, de gehoornde. Hij was een heel belangrijke god voor de Kelten. Hij symboliseerde de dood en de onderwereld, maar ook de vruchtbaarheid. Bovendien was hij de heerser over de dieren. Hij werd altijd afgebeeld met een snor, bakkebaarden en hoornen op zijn hoofd.