praes. |
Een oefening op de vorming van de indicatief praesens.
|
imperf. |
Een oefening op de vorming van de indicatief imperfectum.
|
fut.simp. |
Een oefening op de vorming van de indicatief futurum simplex.
|
Voorzetsels |
Welke naamval hoort bij het voorzetsel? |
Herken 1 |
Splits de werkwoordsvormen in stam en uitgang
en geef het vervoegingsmodel. |
Herken 2 |
Splits de werkwoordsvormen in stam en uitgang
en geef het vervoegingsmodel. |
Herken 3 |
Splits de werkwoordsvormen in stam en uitgang
en geef de tijd. |