Voc. 10.1 -10.A (vultus)

Flash-kaarten

Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.

virtusvirtutis vr. / kwaliteit; dapperheid
fructusfructus man. / vrucht
diesdiei man. - vr. / dag
cornucornus onz. / hoorn; legerflank
domusdomus vr. / huis
manusmanus vr. / hand; groep
iusiuris onz. / recht
adventusadventus man. / aankomst
casuscasus man. / val; voorval
curruscurrus man. / renwagen
cursuscursus man. / loop; koers
equitatusequitatus man. / ruiterij
eventuseventus man. / afloop; voorval
exercitusexercitus man. / leger
exitusexitus man. / uitgang; afloop
magistratusmagistratus man. / ambt; ambtenaar
metusmetus man. / vrees
ortusortus man. / ontstaan; opkomst
passuspassus man. / pas (=1,5 m)
senatussenatus man. / senaat
tumultustumultus man. / tumult; oproer
vultusvultus man. / gezicht; gelaatsuitdrukking