Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.
unus | una, unum / een |
primus | prima, primum / eerste |
epistula | epistulae vr. / brief |
appelare | appelo, appelavi, appelatum / aanspreken; noemen |
abdere | abdo, abdidi, abditum / verbergen |
addere | addo, addidi, additum / toevoegen |
agere | ago, egi actum / drijven; zich bezighouden met |
cadere | cado, cecidi , casum / vallen |
colere | colo colui, cultum / bebouwen; bewonen; vereren |
credere | credo, credidi, creditum / geloven; vertrouwen; toevertrouwen |
currere | curro, cucurri, cursum / rennen |
descendere | descendo, descendi, descensum / afdalen |
legere | lego legi lectum / lezen; kiezen; verzamelen |
ponere | pono, posui, positum / plaatsen; neerleggen |
quaerere | quaero, quaesivi, qaesitum / zoeken; vragen |
reddere | reddo, reddidi redditum / teruggeven; maken tot |
relinquere | relinquo, reliqui, relictum / achterlaten; verlaten |
vincere | vinco, vici victum / overwinnen; overtreffen |