voc.II.6.2

Flash-kaarten

Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.

modusmodi man./ wijze; maat
superbiasuperbiae vr. / trots
iugumiugi onz. / juk; bergkam
deditiodeditionis vr. / overgave
aditusaditus man. / toegang
gemitusgemitus man. / gezucht
aequusaequae, aequum / gelijk; billijk
honestushonesta, honestum / achtbaar; hoogstaand
paratusparata, paratum / bereid
singulisingulae, singula / één voor één; afzonderlijk
summussumma, summum / hoogste; de top van
tutustuta, tutum / veilig
armarearmo armavi, armatum / bewapenen
intueriintuor, intuitus sum / bekijken
demitteredemitto, demisi demissum / laten vallen
traderetrado, tradidi, traditum / overhandigen; toevertrouwen; uitleveren
conficereconficio, confeci, confectum / afmaken
subiresubeo, subii, subitum / naderen; opvolgen; ondergaan
ne ... quidembijwoord / zelfs niet
nondumbijwoord / nog niet
postremobijwoord / ten slotte
qua?bijwoord / waarlangs?
autvoegwoord / of
animusanimi man. / geest; gemoed; moed