Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.
modus | modi man./ wijze; maat |
superbia | superbiae vr. / trots |
iugum | iugi onz. / juk; bergkam |
deditio | deditionis vr. / overgave |
aditus | aditus man. / toegang |
gemitus | gemitus man. / gezucht |
aequus | aequae, aequum / gelijk; billijk |
honestus | honesta, honestum / achtbaar; hoogstaand |
paratus | parata, paratum / bereid |
singuli | singulae, singula / één voor één; afzonderlijk |
summus | summa, summum / hoogste; de top van |
tutus | tuta, tutum / veilig |
armare | armo armavi, armatum / bewapenen |
intueri | intuor, intuitus sum / bekijken |
demittere | demitto, demisi demissum / laten vallen |
tradere | trado, tradidi, traditum / overhandigen; toevertrouwen; uitleveren |
conficere | conficio, confeci, confectum / afmaken |
subire | subeo, subii, subitum / naderen; opvolgen; ondergaan |
ne ... quidem | bijwoord / zelfs niet |
nondum | bijwoord / nog niet |
postremo | bijwoord / ten slotte |
qua? | bijwoord / waarlangs? |
aut | voegwoord / of |
animus | animi man. / geest; gemoed; moed |