Voc. II caput 2

Flash-kaarten

Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.

duotelwoord / twee
secundussecunda, secundum / tweede; gunstig
paenebijwoord / bijna
geminigeminorum man. / tweeling
pastorpastoris man. / herder
regioregionis vr. / streek
opusoperis onz. / werk
equitatusequitatus man. / ruiterij
adiuvareadiuvo, adiuvi, adiutum / helpen
certarecerto, certavi, certatum / strijden; kampen
explorareexploro, exploravi, exploratum / onderzoeken
volarevolo, volavi, volatum / vliegen
conderecondo, condidi, conditum / stichten; opbergen
fallerefallo, fefelli falsum / misleiden; ontgaan
invadereinvado, invasi, invasum / binnendringen; aanvallen
premerepremo, pressi, pressum / drukken; neerdrukken
parcereparco, peperci, - /sparen
aperireaperio, aperui, apertum / openen; onthullen
convenireconvenio, conveni, conventum / samenkomen; overeenkomen
perficereperficio, perfeci, perfectum / voltooien
sivoegwoord / indien
ubivoegwoord / wanneer; toen
cibuscibi, man. / voedsel
oculusoculi man. / oog
vitavitae vr. / leven
saxumsaxi onz. / rotsblok
clamorclamoris man. / geroep
dolordoloris man. / pijn; verdriet
errorerroris man. / zwerftocht; vergissing
mensmentis vr. / geest; verstand
nomennominis onz. / naam
exitusexitus man. / uitgang; afloop
insanusinsana, insanum / krankzinnig
sanussana, sanum / gezond
infelixinfelix, infelix; infelicis / ongelukkig
temptaretempto, temptavi, temptatum / beproeven
vulnerarevulnero, vulneravi , vulneratum / verwonden
haurirehaurio hausi, haustum / leegscheppen; verzwelgen
nemoonbepaald voornaamwoord / niemand
fortassebijwoord / misschien
fortebijwoord / toevallig
gaudiumgaudii onz. / vreugde
cruorcruoris man. / bloed
fronsfrontis vr. / voorhoofd; voorkant
caecuscaeca, caecum / blind
ultimusultima, ultimum / laatste
amensamens, amens; amentis / uitzinnig
caverecaveo, cavi, cautum / oppassen voor
implereimpleo, implevi, impletum / vullen
accidereaccidit, accidit, - / gebeuren
opprimereopprimo, oppressi, oppressum / neerdrukken
tolleretollo, sustuli, sublatum / opheffen; wegnemen
pervenirepervenio, perveni, perventum / geraken tot
corriperecorripio, corripui, correptum / vastgrijpen; meeslepen
percuterepercutio, percussi, percussum / doorsteken
donecvoegwoord / totdat; zolang als
namvoegwoord / want
uxoruxoris, vr. / echtgenote
reducerereduco, reduxi, reductum / terugbrengen
rexregis man. / koning
tempestastempestatis vr. / tijd; storm
excitareexcito, excitavi, excitatum / opwekken
interrogareinterrogo, interrogavi, interrogatum / vragen; ondervragen
incitareincito, incitavi, incitatum / aanvuren
vexarevexo, vexavi, vexatum / kwellen; teisteren
complerecompleo, complevi, completum / vullen; vervullen
circumvenirecircumvenio, circumveni, circumventum / omsingelen
accipereaccipio, accepi, acceptum / ontvangen; vernemen
neglegereneglego, neglexi, neglectum / verwaarlozen
pellerepello, pepuli, pulsum / verdrijven
quoniamvoegwoord / aangezien
coepissecoepi / begonnen zijn
meminissememini / zich herinneren
novissenovi / kennen
odisseodi / haten
colliscollis man. / heuvel
imperatorimperatoris man. / opperbevelhebber
subigeresubigo, subegi, subactum / onderwerpen; dwingen
quando?bijwoord / wanneer?
properarepropero, properavi, properatum / zich haasten; bespoedigen
considereconsideo, consedi, consessum / gaan zitten; zich vestigen
crescerecresco, crevi, cretum / groeien
ostendereostendo, ostendi, ostentum / tonen
surgeresurgo, surrexi, surrectum / opstaan
venderevendo, vendidi, venditum / verkopen
nuntiusnuntii man. / bode; bericht
somniumsomnii onz. / droom
casuscasus man. / val; voorval
imminereimmineo, / hangen boven; bedreigen
caederecaedo, cecidi caesum / hakken; doden
occidereoccido occidi, occisum / vellen; doden
non iambijwoord / niet meer
fugafugae vr./ vlucht
matrimoniummatrimonii onz. / huwelijk
velumveli onz. / zeil; sluier
classisclassis vr. / vloot
imagoimaginis vr. / beeld
salussaltuis vr. / welzijn; redding
conspectusconspectus man. / zicht
alienusaliena, alienum / andermans; vreemd
aliusalia, aliud / (een) andere
placidusplacida, placidum / vredig; kalm
salvussalva, salvum / behouden
variusvaria, varium / afwisselend
favere+ dat faveo, favi, fautum / begunstigen
consulereconsulo, consului, consultum / raadplegen; beraadslagen
decederedecedo, decessi, decessum / weggaan
desereredesero, deserui, desertum / verlaten
statuerestatuo, statui, statutum / plaatsen; vaststellen; beslissen
diriperediripio, diripui, direptum / verscheuren;plunderen
post of posteabijwoord / later
postquamvoegwoord / nadat