Voc.II caput 3

Flash-kaarten

Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.

trestelwoord / drie
tertiustertia, tertium / derde
potenspotens, potens; potentis / machtig
salutaresaluto, salutavi, salutatum / groeten
lupalupae vr. / wolvin
aedificiumaedificii onz. / gebouw
coniunxconiugis vr. / echtgenoot; echtgenote
custoscustodis man. / bewaker
densdentis man. / tand
hospeshospitis man. / gastheer; gast
gensgentis vr. / geslacht;volksstam
lapislapidis man. / steen
lumenluminis onz; / licht
solsolis man. / zon
virtusvirtutis vr. / kwaliteit; dapperheid
vehemensvehemens, vehemens; vehementis / heftig; energiek
timortimoris man. / vrees
agitareagito, agitavi, agitatum / opjagen; zich bezig houden met.
ararearo aravi, aratum / ploegen
desperaredespero, desperavi, desperatum / wanhopen
oppugnareoppugno, oppugnavi oppugnatum / bestormen
vigilarevigilo, vigilavi, vigilatum / waken
admonereadmoneo, admonui, admonitum / wijzen op; waarschuwen
ardereardo, arsi, - /branden
continerecontineo, continui, contentum / bijeenhouden; omgeven
alerealo, alui, altum / voeden
confidereconfido / vertrouwen
ludereludo, lusi, lusum / spelen; spotten met
quiescerequiesco, quievi, quietum / rusten
recedererecedo, recessi, recessum / zich terugtrekken
tenderetendo, tetendi, tentum / spannen; uitstrekken; streven naar
respicererespicio, respexi, respectum / omkijken; rekening houden met
prodesseprosum, profui, - /nuttig zijn
proculbijwoord / ver; van ver
lingualinguae vr. / tong; taal
riparipae vr. / oever
vinculumvinculi onz. / band; boei
parvusparva, parvum / klein
plenusplena, plenum vol
proximusproxima, proximum / dichtstbij; verwant
regiusregia, regium / koninklijk
siccussicca, siccum / droog
lavarelavo, lavi, lautum / wassen
mutaremuto, mutavi, mutatum / veranderen; verwisselen
haererehaereo, haesi, haesum / vastzitten (aan)
educereeduco, eduxi, eductum / naar buiten brengen; grootbrengen
funderefundo, fudi, fusum / gieten; uiteenjagen
effundereeffundo, effudi, effusum / uitgieten; verspreiden
imponereimpono, imposui, impositum / opleggen; plaatsen in
mergeremergo, mersi, mersum / onderdompelen
conicereconicio, conieci, coniectum / werpen; gissen
proicereproicio, proieci, proiectum / wegwerpen
supervoorzetsel + acc. / boven; aangaande
immobijwoord / integendeel; sterker nog
nuperbijwoord / onlangs
quamquamvoegwoord / hoewel
legatuslegati, man. / gezant; opperbevelhebber
maritusmariti man. / echtgenoot
numerusnumeri man. / getal; aantal
sonussoni man. / klank
causacausae vr. / oorzaak; rede; proces
iniuriainiuriae vr. / onrecht
rotarotae vr. / wiel
proeliumproelii onz. / veldslag
silentiumsilentii onz. / stilte
spectaculumspectaculi onz./ schouwspel
telumteli onz. / aanvalswapen; projectiel
civitascivitatis vr. / gemeenschap; burgerrecht
sororsororis vr. / zus
virgovirginis vr. / maagd; meisje
foedusfoederis onz. / verdrag
vicinusvicina, vicinum / naburig
complurescomplures, compluria; complurium / meerdere
iungereiungo, iunxi iunctum / verbinden
intendereintendo intendi intentum / spannen; richten naar
peterepeto, petivi, petitum / streven naar; vragen; gaan naar; aanvallen
rumpererumpo, rupi , ruptum / breken
visereviso, visi, - / bezoeken
recipererecipio, recepi, receptum / ontvangen
hincbijwoord / van hier; hierdoor
hinc...hincabijwoord / an de ene kant... aan de andere kant
ideobijwoord / daarom
imprimisbijwoord / vooral
nusquambijwoord / nergens
nisivoegwoord / indien niet; tenzij
verovoegwoord / inderdaad; maar
somnussomni man. / slaap
tyrannustyranni man. / tiran
feraferae vr; / wild dier
flammaflammae, vr. / vlam
theatrumtheatri onz. / theater
arsartis vr. / vaardigheid; kunst
expugnareexpugno, expugnavi, expugnatum / veroveren
nominarenomino, nominavi, nominatum / noemen; benoemen
occultareocculto, occultavi, occultatum / verbergen
renovarerenovo, renovavi, renovatum / vernieuwen
postularepostulo, postulavi, postulatum / eisen
gauderegaudeo / blij zijn
expellereexpello, expuli, expulsum / verdrijven
vincirevincio, vinxi, vinctum / binden; boeien
omninobijwoord / helemaal