voc.II caput 6

Flash-kaarten

Druk op "volgende" om de oplossing te zien of om naar het volgende woord te gaan. Druk op "verwijder" als je het woordje reeds kent. Je kan de oefening helemaal opnieuw starten door op F5 te drukken.

sextelwoord / zes
sextussexta, sextum / zesde
constareconsto, constiti, - / vaststaan; bestaan uit; kosten
putareputo, putavi, putatum / menen
mundusmundi, man. / wereld
carcercarceris man. / kerker
legiolegionis vr. / legioen
oratororatoris man. / redenaar
ververis onz. / lente
captivuscaptiva, captivum / gevangen
turbareturbo, turbavi, turbatum / in verwarring brengen
arbitrariarbitror, arbitratus sum / menen
laetarilaetor, laetatus sum /vrolijk zijn
censerecenseo, censui censum / van oordeel zijn; beslissen
oportereoportet, oportuit / het behoort
evadereevado, evasi evasum / ontkomen; uitlopen
sineresino, sivi, situm laten gebeuren
deciperedecipio, decepi, deceptum / misleiden
iurareiuro, iuravi, iuratum / zweren
modusmodi man./ wijze; maat
superbiasuperbiae vr. / trots
iugumiugi onz. / juk; bergkam
deditiodeditionis vr. / overgave
aditusaditus man. / toegang
gemitusgemitus man. / gezucht
aequusaequae, aequum / gelijk; billijk
honestushonesta, honestum / achtbaar; hoogstaand
paratusparata, paratum / bereid
singulisingulae, singula / één voor één; afzonderlijk
summussumma, summum / hoogste; de top van
tutustuta, tutum / veilig
armarearmo armavi, armatum / bewapenen
intueriintuor, intuitus sum / bekijken
demitteredemitto, demisi demissum / laten vallen
traderetrado, tradidi, traditum / overhandigen; toevertrouwen; uitleveren
conficereconficio, confeci, confectum / afmaken
subiresubeo, subii, subitum / naderen; opvolgen; ondergaan
ne ... quidembijwoord / zelfs niet
nondumbijwoord / nog niet
postremobijwoord / ten slotte
qua?bijwoord / waarlangs?
autvoegwoord / of
animusanimi man. / geest; gemoed; moed
curarecuro, curavi, curatum / zorgen voor
speraresperavi, speratum / hopen
traduceretraduco traduxi, traductum / brengen over
traiceretraicio, traieci, traiectum / brengen over; oversteken; doorboren
trans
voorzetsel + acc. / over
capilluscapilli man. / haar
ramusrami man. / tak
miseriamiseriae vr; / ellende
philosophiaphilosophiae, vr. / filosofie
ponspontis man. / brug
barbarusbarbara, barbarum / onbeschaafd
lentuslenta, lentum / traag
situssita, situm / gelegen
subitussubita, subitum / plotseling
soleresoleo solitus sum / gewoon zijn
deligeredeligo, delegi delectum / uitkiezen
iterumbijwoord / opnieuw
consciusconscia, conscium / medeplichtig; bewust
posteruspostera, posterum / volgende
integerintegra, integrum / ongeschonden
collocarecollocavi, collocatum / plaatsen
mirarimiror, miratus sum / bewonderen; zich verwonderen
agnoscereagnosco / erkennen; bekennen
incidereincido, incidi ,(incasum) / vallen op; voorvallen
irrumpereirrumpo, irrupi, irruptum / binnendringen
minuereminuo, minui, minutum / verminderen
reponererepono, reposui, repositum / terugplaatsen
rursusbijwoord / opnieuw