taalstudie 5. a

Start Omhoog taalstudie 5. a taalstudie 5. b

Taalstudie: de derde en de vijfde vervoeging

A. De derde vervoeging

De stam eindigt bijna altijd op een medeklinker soms ook op een -u.
Met uitzondering van de eerste persoon enkelvoud heb je overal een bindklinker
  Voor de bindklinker heb je drie mogelijkheden:
    -e-: vóór –r (infinitief) en in de imperatief enkelvoud
    -u-: in de derde persoon meervoud
    -i-: in alle overige personen
Het paradigma is : tegere 
Actief indicatief praesens
infinitief teg-e-re
Enk. 1 teg-o
2 teg-i-s
3 teg-i-t
Mv. 1 teg-i-mus
2 teg-i-tis
3 teg-u-nt
Imper. enk. teg-e
  enk. teg-i-te

Oefen deze vervoeging in.

B. De vijfde vervoeging

De stam eindigt op ĭ-; deze –ĭ- wordt –ě- voor –r (infinitief) en in de imperatief enkelvoud.
De vervoeging heeft een bindklinker in de derde persoon meervoud.
Het paradigma is: capere
Actief indicatief praesens
infinitief capere
Enk. 1 capi-o
2 capi-s
3 capi-t
Mv. 1 capi-mus
2 capi-tis
3 capi-u-nt
Imper. enk. cape
  enk. capi-te

Oefen deze vervoeging in.

Opmerking: tot de 5de vervoeging behoren vooral volgende 7 werkwoorden en hun samenstellingen
  1) capere
  2) cupere
  3) facere
  4) fugere
  5) iacere
  6) rapere
  7) –spicere

    


Voor alle opmerkingen, suggesties, verbeteringen slechts 1 adres.
© Vakwerkgroep Latijn Bim-Sem Mechelen 2002-2005