Taalstudie: het adjectief
|
1. Substantief en adjectief
|
Een adjectief of
bijvoeglijk naamwoord zegt iets meer over een substantief: het geeft er
een eigenschap van: groot, klein, mooi, lelijk, groen, zwart…. |
2. Vorming
|
Adjectieven van de eerste klasse
hebben dezelfde uitgang als de substantieven van de eerste klasse.
|
Het paradigma of verbuigingsmodel
is : bonus, ~a, ~um |
Adjectieven van de eerste klasse |
|
Enkelvoud |
Meervoud |
|
Man. |
Vrouw. |
Onz. |
Man. |
Vrouw. |
Onz. |
nom. |
bonus |
bona |
bonum |
boni |
bonae |
bona |
acc. |
bonum |
bonam |
bonum |
bonos |
bonas |
bona |
gen. |
boni |
bonae |
boni |
bonorum |
bonarum |
bonorum |
|
Oefen hier deze
verbuiging in. |
3. Gebruik
|
Het adjectief wordt gebruikt als:
bijgesteld adjectief of bijvoeglijke bepaling |
|
de woedende meester |
de angstige slavin |
|
Het adjectief kan ook gebruikt
worden als NWD of predikaatsnomen |
|
De meester is woedend. |
De slavin is angstig. |
|
Het adjectief komt met het substantief overeen in: |
• naamval |
|
• genus |
|
• getal |
|
Dominus iratus servas
anxias increpat. : De woedende meester scheldt de angstige slavinnen
uit.
|
4. Verschillen met het Nederlands.
|
Het adjectief staat vaak achter
het substantief.
|
5. Opmerkingen
|
1. Een adjectief van de eerste klasse kan bij een substantief van de
tweede klasse staan.
|
|
Bonus dux |
2. Sommige adjectieven komen bijna uitsluitend in het meervoud voor.
|
|
ceteri, ~ae, ~a : de overigen |
|
cuncti, ~ae, ~a: alle … samen |
|
multi, ~ae, ~a: veel |
|
pauci, ~ae, ~a: weinig |
|
3. Adjectieven kunnen zelfstandig gebruikt worden; ze krijgen dan de
waarde van een substantief.
|
|
servus Graecus : een Griekse slaaf |
Graecus, ~i : een Griek |
|
|