Taalstudie: het participium van de deponente werkwoorden
|
1. Het participium praesens
|
Het participium praesens van de deponente werkwoorden is
een actieve vorm met een actieve betekenis. De vorming
volgt de regelmatige werkwoorden. |
|
participium praesens |
vertaling |
1ste vervoeging |
horta -ns, hortantis |
aansporend |
2de vervoeging |
vere-ns, verentis |
vrezend |
3de vervoeging |
sequ-ens, sequentis |
volgend |
4de vervoeging |
largi-ens, largientis |
schenkend |
5de vervoeging |
pati-ens, patientis |
verdragend |
|
Voor het gebruik verwijzen we naar het gebruik van
het participium van de regelmatige werkwoorden. |
2. Het participium perfectum.
|
Het participium perfectum van de deponente werkwoorden
heeft dezelfde (passieve) vorm als de regelmatige werkwoorden, maar heeft
een actieve betekenis. |
Voor het gebruik verwijzen we naar het gebruik van
het participium van de regelmatige werkwoorden. |