Inleiding
Vijfhonderd jaar Romeinse overheersing bracht de
Iberische kunst en architectuur in een totaal andere fase. Stedelijke kunst
was alles. In die periode wist Rome het land grondig te Romaniseren. De Pax
Romana (1e-5eE) bracht een grote culturele bloei en
welvaart. Tal van Romeinse monumenten getuigen hiervan en staan zich als
versteende getuigen van wat er vroeger was. Drie ervan, in het bijzonder,
eisen onze aandacht op.
Italica
Zeven kilometer ten Noorden van Sevilla ligt de Romeinse stad Italica,
die gesticht werd in 206 v.c. door Scipio, en was de oudste Romeinse stad in
Spanje.
Italica werd een welvarende stad met 25.000 inwoners
onder de regering van de in deze stad geboren Trajanus en zijn aangenomen
zoon Hadrianus (117-138 n.C.) De keizers, vooral de laatstgenoemde, vonden
het plezierig de stad met vele monumenten te verfraaien, om mee te pronken.
Ter verfraaiing van de stad werden er ondermeer prachtige mozaïeken
aangelegd.
Hoewel Italica zwaar gehavend is, eerst door de
invallen van de Vandalen, vervolgens door die van de Arabieren, kunt u er
nog overblijfselen zien van wegen en huizen gevuld met mozaïeken. De
mozaïeken beelden fragmenten van de Romeinse sagenwereld en de mythologie
uit. Deze mozaïeken geven een deeltjesmatige constructie weer van de
toenmalige Romeinse overheersing. Romanisatie in duizende stukjes.
Het theater van Mérida
Mérida, hoofdstad van de autonome regio Extremadura,
draagt nog altijd de sporen van de Romeinse overheersing. Het bezit meer
Romeinse overblijfselen dan enige andere Spaanse stad, op Taragona na.
De naam van de stad is afgeleid van de Romeinse
aanduiding "Emerita Augusta", want de stad werd in 25 v. Chr. gesticht onder
het bewind van keizer Augustus, als kolonie voor veteranen van het Romeinse
leger. De Romeinse soldaten op rust kregen er een lapje grond, in
overeenstemming met hun verdiensten (Emerita) om zich te vestigen. Zo konden
de Romeinen subtiel een oogje in het zeil houden. De stad is gelegen langs
de rechteroever van de Guadiana-rivier, en was een belangrijke
pleisterplaats op de oude zilverroute die van Salamanca naar Italica liep.
Op het einde van Augustus’ overheersing was Mérida
uitgegroeid tot hoofdstad van Lusitania en tevens één van de belangrijkste
steden van het Romeinse keizerrijk. Daarom liet Agrippa, de schoonzoon van
keizer Augustus, er vele bewonderenswaardige monumenten optrekken. Eén
daarvan is het befaamde stadstheater. Het is het juweeltje bij uitstek van
de Romeinse overheersing in Mérida.
Het theater werd gebouwd in het jaar 24 v. Chr., één jaar na het ontstaan
van de stad. Het biedt plaats aan ongeveer 5500 mensen.
De machtige zuilenrijen aan de overzijde van de halve
cirkel met zijn hoog oplopende rijen zitbanken zijn ronduit magnifiek.
Tussen de zuilen in stonden vroeger prachtige beelden, maar helaas blijven
daar nog maar enkele luttele exemplaren van over.
Net achter de zuilengalerij bevonden zich de vertrekken
van de acteurs, en het peristylium. Deze loges waren luxueus ingericht met
marmeren vloeren en beelden. De acteurs moesten wel wat druk aankunnen, want
het was een hele eer daar te mogen spelen! Dit was het zicht dat de acteur
had, wanneer hij het podium opstapte. Je kan je dus wel voorstellen wat een
plankenkoorts die acteurs moesten hebben!
Het podium Het peristylium achter het theater
De indeling van het theater
In de halfronde cirkel vanonder aan de zitbanken, stonden
de koren, die voor de muzikale ondersteuning van het stuk zorgden.
Daarachter bevindt zich het podium, waar alles zich afspeelde. Vanuit
de caveae (toeschouwers-plaatsen) had men een
perfect zicht op het spektakel.
Het theater wordt nog elk jaar gebruikt tijdens het jaarlijkse festival
in juli en augustus. Zo leeft de Romeinse overheersing toch nog altijd
voort!
Als extraatje wilden we nog een virtuele rondleiding meegeven, maar
omwille van auteursrechten en beveiliging van de site, konden we "dit
virtuele extraatje" niet opslaan, maar hier is alvast het internet-adres:
http://www.mundiescaparate.com/ingles/merida/meridateatro1.htm
Segovia
Geschiedenis:
Deze hoofdstad van de gelijknamige provincie vervulde reeds in vervlogen
tijden een belangrijke rol. Segovia was het centrum van het verzet
der Kelt-Iberiers tegen Rome. In 78 v.chr. namen de Romeinen de stad in en
werden grote delen ervan verwoest. Na de wederopbouw groeide Segovia uit tot
één van de belangrijkste steden in Spanje, tijdens de Romeinse bezetting. De
stad was immers gelegen op het kruispunt van twee straatwegen die van grote
betekenis waren.
Het aquaduct:
Dit kenmerkende bouwwerk voerde water uit de 17 kilometerlange Rio Frio
naar de stad. Dit water werd samengebracht in een watertoren nu El Caesereon
genaamd. Vervolgens werd het water via een kanaal van natuursteen naar een
tweede toren gevoerd waar het water gezuiverd werd en nadien in de stad werd
gebruikt. Het gebouw werd ten tijde van Augustus en Trajanus (98-117)
uitgebreid met ongemetselde blokken graniet (zonder mortel).
Deze geweldige installatie van 118 bogen, twee verdiepen
hoog wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt als waterleiding van de stad.
Het hele aquaduct strekt zich tegenwoordig over de hele Plaza Azoguejo.
Onlangs werd het aquaduct versterkt door cementinjecties.
De meest recente aanpassing is de afbraak van een aantal huizen waardoor het
zicht op dit prachtig historisch bouwwerk verbeterd is en dit verdient het
gebouw ten stelligste! Het aquaduct van Segovia is een uitgelezen
voorbeeld van Romeinse technische genialiteit, gekoppeld aan het Spaans
temperament voor esthetiek.