Kelten

Start Omhoog Engeland Afrika Hispania Frankrijk Kelten Turkije

DE KELTEN

 

VERSPREIDING EN GESCHIEDENIS

Inleiding

Het woord Kelt komt van het Griekse "keltoi". Het was de naam die de men gaf aan de volkeren die ten noorden van de Griekse kolonie Massalia (het huidige Marseille) woonden. Toen de Grieken meer volkeren uit Midden-Europa leerden kennen, zagen ze verschillende gelijkenissen en werd het een algemene naam voor de barbaren. Ook de Kelten zelf, noemden zich vaak zo. Het woord Galliers komt dan weer van het griekse woord Galatoi. Zo werden de mensen die in de derde eeuw v. Chr. het huidige Griekenland binnenvielen, genoemd.

Waar kwamen ze vandaan?

 

De Kelten zijn in tegenstelling tot de Romeinen oorspronkelijk niet één volk. Waarschijnlijk stammen de kelten af van enkele kleine volkeren uit Centraal- en West-Europa. Er ontstonden twee belangrijke groepen:

- de La Tène-cultuur: ontstaan in, en ten noorden van de Alpen. Genoemd naar een Zwitsers plaatsje waar een heel Keltisch paaldorp in een meer is gevonden.

- de Hallstatt-cultuur: deze ontstond een paar honderd kilometer ten oosten van La Téne.

Deze twee volkeren kenden een te grote bevolking en begonnen hun gebied fors uit te breiden. Het was vooral hun cultuur en hun gewoonten die zich verspreidden over Europa. Dit proces begon rond 400 v.Chr. Je mag de Kelten, en ook deze twee culturen niet zien als een groot rijk. Er was totaal geen eenheid. Ze waren verdeeld in kleine stammen onder de leiding van een stamhoofd. De Keltische stammen vochten onderling ook een heleboel oorlogen uit. Gedurende de volgende eeuwen, verspreidden de kelten zich over heel Europa en delen van Azië. Van Ierland tot zelfs in Egypte. Nog steeds was er geen eenheid en die zou er nooit komen, want al van voor hun bloeiperiode werden ze van alle kanten bestookt. Ze werden verjaagd door de Germanen in verschillende delen van Centraal-Europa. Ze kregen ook last met het opkomende Rome en werden vanaf 150 v.Chr overrompeld door de krijgslustige Romeinen. Tijdens deze lange verhuizingen en oorlogen ontstond er toch een fascinerende cultuur.

De Kelten nu

De Romeinen veroverden het grootste deel van het gebied waar de Kelten woonden en romaniseerden dit gebied. Maar de Kelten zijn nog niet uitgestorven. Eigenlijk zijn ze blijven bestaan, maar hun cultuur is grotendeels verdwenen. Grotendeels, want op sommige plaatsen in Europa leeft de Keltische cultuur nog voort in de vorm van feesten, maar vooral de taal, bv. in Wales, Ierland, Schotland en een deeltje van Bretagne. Sinds kort stijgt de populariteit van de Keltische talen en worden ze steeds meer gebruikt in bv. radio- en televisieuitzendingen in Wales.

 

KELTEN EN OORLOG

a) Inleiding

Het hele ras is gek van oorlog, vurig en onmiddellijk bereid tot een gevecht, maar voor de rest is het eenvoudig en heeft het geen slechte manieren.

De Kelten hadden vele bondgenoten. Deze bondgenootschappen werden op de proef gesteld door vele oorlogen, van eenvoudige veeroof tot hele volksverhuizingen. Kleinschalige oorlogen overtroffen immers al de anderen. Door de groei van de Kelten in de loop van de geschiedenis nam de grootte van de oorlogen ook toe. Oorlog vormde geen bedreiging voor de structuur van de samenleving als geheel, maar beïnvloedde alleen het lot van afzonderlijke stammen.

b) Wapens

Tot de basisuitrusting van een Kelt behoorde een speer en een schild. De rijken konden zich een zwaard, een helm en later een ijzeren maliënkolder veroorloven.

Speren, projectielen en zwaarden

Tussen de speren was er niet zo’n groot verschil maar bij hun punten wel. Sommigen waren enorm groot, sommigen hadden zaagtanden. Anderen hadden dan weer een vreemde vorm of waren voorzien van een ingewikkelde versiering. Er zijn zelfs speren met een lengte van 2,50 m gevonden.

Boogschutters waren er ook met grote aantallen, maar die hadden niet zoveel succes in de oorlog. Werpslingers waren misschien belangrijker.

Opvallend is dat ze de zwaarden aan de rechterzijde droegen, hangend aan een heupriem uit metalen ringen en/of leer. Verder hadden de zwaarden een scherpe snijkant en een goede buigzaamheid.

 

 

Schilden

Schilden waren meestal platte stukken hout, overtrokken met leer om ze te beschermen tegen het weer en splijting. Hun vormen waren erg uiteenlopend:

Ze waren beschilderd met helderen kleuren en voorzien van ver-fraaide symbolen als torques en dierenfiguren.

 

Helmen

Voor de vierde vierde eeuw v.C. had men (zwakkere) bronzen helmen, daarna (sterkere) ijzeren. Ze hadden een bewerkte knop aan de bovenkant en een nekbeschermer. Gewoonlijk bezaten ze ook wangstukken die er met scharnieren aan vast zaten. Ze waren vaak versierd met buitengewone ‘topstukken’. Vanaf Caesars tijd verschenen er ‘bolhoedhelmen, met een gladde top en een rand (de voorlopers van de nieuwe helmvormen bij de Romeinen).

c) Wapenuitrusting

De Kelten droegen geen lichaamsbescherming. Dit veranderde bij de uitvinding van de maliënkolder in 300 v. Chr. Zo een maliënkolder woog tot 15 kg en werd erg op prijs gesteld en al vlug overgenomen door de Romeinen. Sommige Galliërs die zich geen maliënkolder konden permitteren, stapten soms naakt het slagveld op. Deze gewoonte was praktischer dan hij eruitzag: wonden konden namelijk snel geïnfecteerd worden door vieze kleding. Ten tijde van Caesar echter was naakt vechten uit de mode.

Strijdwagens en ruiterij

Elke ruiter had twee persoonlijke ‘dienaren’, die zelf een paard bereden. Bij de strijd bleven deze achter in de linie en bewezen hun nut bij de volgende tactiek, de trinarcisia:

- ruiter viel van paard ………………………..-> dienaar bracht nieuw paard

- ruiter werd gedood ………………………….-> dienaar besteeg zelf het paard

- zowel ruiter als paard werd gedood …..-> dienaar met paard vervangt hun plaats

- ruiter raakt gewond ……………….……..-> dienaar vervangt hem in de linies en een andere dienaar brengt zijn gewonde meester terug naar het kamp.

"Bij wagengevechten beginnen ze eerst over het hele veld te rijden terwijl ze werpspiesen gooien. De angst die de paarden inboezemen en het geluid van de strijdwagens is al voldoende om wanorde te scheppen in de vijandelijke linies. Later springen ze uit hun wagens en gaan te voet het gevecht aan. Intussen trekken de wagenmenners een eindje terug en plaatsen de wagens in zo’n positie dat hun meesters, als ze het moeilijk krijgen, een gemakkelijke manier hebben om zich terug te trekken in hun eigen wagens." (Caesar, De bello Gallico, V, 1)

Eigenlijk werden strijdwagens meer als ‘taxi’ gebruikt om krijgers zo snel mogelijk van het slagveld te voeren waar ze dan afstegen en vochten en snel konden terugtrekken met de wagen als het nodig was.

d) De Kelten op oorlogspad en de oorlog

- Zoals bij de Romeinen reden in het tros van het leger ook transportkarren, vrouwen en kinderen mee. Ze vorderden hierdoor traag en het gebrek aan discipline zorgde voor een rammelende organisatie.

- Omdat er waarschijnlijk weinig hygiëne aanwezig was in het kamp, waren de Keltische legers gevoeliger voor ziekten dan de Romeinse.

- Soms daagden ze in het aangezicht van de strijd, de tegenstanders uit voor een tweegevecht, en zo intimideerden ze ondertussen de vijand.

- De plaats in de gevechtslinie en de plaats in het kamp hing meestal af van de stam waartoe je behoorde. Soms riep men ook bondgenoten, onderworpen volkeren of huursoldaten op om deel te nemen aan een gevecht.

Schilderij door Peter Connolly.

- Als het moment van de strijd naderde, hieven de krijgers een enorm geraas aan. Op die manier werkten de legermachten zich op tot gevechtsrazernij, vaak met behulp van grote hoeveelheden alcohol. Zo was er in 250 v. Chr. een groep huursoldaten in Sicilië zo dronken dat de Romeinen hen gemakkelijk konden overmeesteren. Anderzijds maakten ze nauurlijk de vijand bang.

 

- Weinig veldslagen duurden langer dan een dag en werden binnen een paar uur beslist. Vee, goud, vrouwen en afgehakte hoofden stelden men erg op prijs als krijgsbuit. De hoofden werden vaak aan de nek van hun paard gehangen en later in een kist opgeborgen om ermee te kunnen pronken.

 

- Doordat de vijanden vaak aanvielen met zware werpspiesen, braken hun legioenen spijtig genoeg snel. Door het gebrek aan discipline verloren ze vaak tegen goed georganiseerde Romeinse legioenen. Maar de meeste Kelten vochten tot de dood.

 

 

De verdediging van Avaricum

De Keltische verdediging van de Gallische stad Avaricum is ook heel fascinerend. De Kelten konden 27 dagen lang de Romeinen buiten houden. De belegering van de Romeinen verliep als volgt:

Tegen de hoge muren van de stad bouwden de Romeinen een ‘terras’ van wel 100 meter breed, 75 meter lang en 25 meter hoog met boomstammen die ze in de naburige wouden vonden. Op de 25e dag was heel het bouwwerk af. Op de met hout versterkte glooiingen rezen de Romeinse aanvalstorens op boven de Gallische muur.

Scherpe speren, stalen pijlen en zware projectielen werden gegooid of afgeschoten. Vroeg op de 26e dag zagen de Romeinen de glooiing smeulen en trokken één van hun torens terug. Daarna blusten ze het vuur. Op de 27e dag werd een Gallische toren vernietigd en konden de Romeinen binnenstormen. Een handje vol Galliërs kon ontsnappen.

3) KUNST

Hoe herken je Keltische kunst?

Keltische kunst verschilt veel van andere kunsten. In de Keltische kunst hebben de kunstenaars het vertellen van verhalen overgelaten aan de dichters. Ze beelden niet uit hun helden niet uit, maar visualiseerden ze met lijnen en kronkels. Menselijke en dierlijke vormen worden afgebeeld op een gestileerde of vervormde manier. Deze decoratieve stijl begon rond de 8de eeuw v. Chr. In Oost-Europa met de Halstatt cultuur, en werd ook al aangetroffen in Groot-Brittannië met de La Tène-stijl en gaat ongeveer 1400 jaar overleven. (zie onderaan foto 1)

Het duurde zeer lang om iets te maken en het vereiste ook veel fysieke kracht en daarom was het een beroep voor mannen alleen.

Voor wie was het bestemd?

Het waren altijd de meest vooraanstaande mensen die deze kostbaarheden bezaten, want er was niet alleen veel vakmanschap voor nodig om dit te kunnen maken maar ook nog veel tijd en het was dan meestal van goud, zilver of ijzer gemaakt wat in die tijd ook niet goedkoop was. De koningen en krijgsheren droegen het dan om op te vallen op tornooien en banketten en om zichtbaar te maken dat ze een overheersende positie hebben.

De sierraden

Broches, armbanden, ringen… ze werden allemaal in de La Tène-stijl gemaakt maar halsbanden waren toch een van de karakteristiekste sieraden. Vaak hadden ze een soort scharnier maarmee ze ze om de hals konden hangen. Sieraden waren trouwens niet alleen voor vrouwen bestemd, ook voor mannen! Hiermee gaven ze hun sociale en religeuze status aan.

Wapens

Zelfs de wapens, helmen, schilden en gespen werden versierd met figuren en lijnen. Dit werd ook gedaan om te tonen hoe rijk je wel bent en hoeveel macht je had. Echt praktisch is het niet. (zie foto’s 3 en 4)

Drinkgerei

Er doet een verhaal de ronde dat de Keltische kunst veel te danken heeft aan de Keltische dorst. Bij het begin van de La Tène periode voerden de Kelten veel handel met een Griekse kolonie in Marseille. Daar kochten ze Griekse wijn, maar hij was vervoerd in versierde vaten met klassieke patronen waarvan de Kelten de betekenis van gekend moesten hebben. En zo zijn de metaalsmeden van de Kelten deze wijnvaten zelf gaan maken met Keltische ingevingen.

Maar de Kelten versierden hun potten en pannen ook met La Tène motieven.

(zie foto 4)

Instrumenten

De Kelten gingen zelfs zo ver met hun kunst dat ze hun instrumenten ook gingen versieren met de La Tène-stijl. (zie foto’s 6 en 7)

FOTO’S

FOTO 1: Dit is een detail van een helm in de La Tène-stijl.

 

FOTO 2: Een torques uit Ierland

 

 

 

 

 

FOTO 3 Deel van een bronzen schild, versierd met edelstenen.

 

 

 

FOTO 4: Detail van het schild.

 

 

 

 

 

FOTO 5:

Een vergulden helm.

 

 

 

 

 

FOTO 6: Trompet uit Nevenford.

 

 

 

 

 

 

 

FOTO 7: Idem

 

 

 

Voor alle opmerkingen, suggesties, verbeteringen slechts 1 adres.
© Vakwerkgroep Latijn Bim-Sem Mechelen 2002-2004