|
|
|
Al deze gebieden beleefden een grote en
culturele bloei en profiteerden van de Pax Romana, de Romeinse vrede.
Dat gedurende 200 jaar, tot invasies van barbaren chaos veroorzaakten en
de economische structuur van het keizerrijk verzwakten. |
b) Verspreiding van het christendom
Vanaf 47 n.C. vonden de zendingsreizen
van Paulus van Tarsus plaats, die veel bijdroegen tot de verspreiding
van het christendom. In Antiochië en elders in Anatolië vestigden zich
de eerste christengemeenschappen.
Maar zelfs in tijden van welvaart was
het christendom een bron van zorg voor de Romeinse keizers geweest en de
Christenen werden wreed vervolgd (o.a. door keizer Diocletanius).
Geleidelijk verdween de weerstand tegen
de nieuwe religie echter en in 312 werd keizer Constantijn bekeerd. Deze
gaf het christendom de status van officiële godsdienst van het Romeinse
keizerrijk.
c)
Constantinopel, de keizerlijke residentie
Constantijn de Grote verplaatste in 330 zijn residentie naar Byzantium
en maakte het de nieuwe hoofdstad van het rijk. Hij noemde de stad het
nieuwe Rome, maar al snel stond deze bekend als Constantinopel, 'de stad
van Constantijn' . In Constantinopel verrezen talloze kerken en ook de
staatsideologie werd aangepast aan het triomferende christendom.
Keizer Theodosius,de opvolger van
Constantijn, verdeelde het rijk in 395 officieel onder zijn twee zonen
in een West- en een Oostromeins rijk, waarbij Klein-Azië bij het
Oost-Romeinse Rijk werd ingedeeld. In 476 eindigde het West-Romeinse
Rijk. Onder de naam Byzantium bleef het oostelijk rijk nog 1000 jaar
bestaan. |
|
d) Kunst en
Cultuur
De Romeinen hadden weliswaar de Griekse
wereld veroverd, maar in cultureel opzicht waren zij de verliezers. Op
bijna alle terreinen namen ze de Griekse cultuur over: beeldhouwkunst,
schilderkunst, godsdienst, filosofie en retoriek.
In de bouwkunst was de grote omvang van
de bouwwerken mogelijk door de toepassingen van nieuwe technieken, zoals
het gebruik van beton en de constructie van bogen. In Pergamon bouwden
ze tempels, thermen, aquaducten, gymnasia, grafmonumenten en theaters.
Veel theaters zijn in goede staat
gebleven. Onder meer in Pergamon, Ephesos, Milete, Priene, Side en
Aspendos vallen ze nog te bewonderen.
Ook op het gebied van architectuur namen
de Romeinen de hellenistische bouwprincipes grotendeels over. In het
oostelijk keizerrijk ontstonden overal steden die waren geïnspireerd op
het Griekse model, maar die de architectuur van een Romeinse provincie
hadden.
In tegenstelling tot wat men zou
verwachten, bleef de voertaal in het oostelijke Middellandse Zeegebied
Grieks en bleef men ook Grieks schrijven. Alleen in officiële documenten
werd er Latijn gebruikt.
e)
Samenvatting
Romanisatie: De opbloei van het
Byzantijnse Rijk begint in de derde eeuw n.C., toen het Romeinse Rijk in
verval raakte. In 330 verhuisde de Romeinse keizer Constantijn de
hoofdstad van het Romeinse Rijk naar Turkije, oftewel van Rome naar
Byzantium. De stad kreeg een andere naam: Constantinopel (nu Istanbul).
De stad werd het middelpunt van het rijk en van de christelijke
godsdienst. Onder het bewind van keizer Justinianus I bloeiden handel,
kunst en architectuur. Maar het keizerrijk werd steeds vaker aangevallen
en in het jaar 642 drongen islamitische Arabieren de Byzantijnse
gewesten in Noord-Afrika en Azië binnen. In 1453 werd Constantinopel
door de Ottomanen (Turken) veroverd. |
2) Efeze : Een van de mooiste archeologische vindplaatsen ter wereld…
|
In het antieke stadje Efeze
vinden we een heleboel sporen van romanisatie. Enkele gebieden, die
geromaniseerd zijn, zullen we uitvoerig bespreken.
a) Geschiedenis
In 1895 begonnen de
Oostenrijkse opgravingen in Efese, die met onderbrekingen tijdens de
wereldoorlogen tot vandaag de dag voortduren.
Efese is één van mooiste
ruïnecomplexen van de westerse wereld en is een der zeven Wereldwonderen
der Antieken. Van de ruïnes van het antieke Efese zijn geen bouwwerken
volledig in de oude staat zijn teruggebracht. Wel krijgt men een
uitstekend beeld van de plattegrond van de stad en zijn de gedeeltelijke
opgegraven en gerestaureerde monumenten zeer interessant. De meeste
uitgravingen zijn de overblijfselen van een economisch en cultureel
centrum, dat in de bloeiperiode 300.000 inwoners telde, daarna echter
door verzanding en plunderingen tot de ondergang veroordeeld was.
Nergens in Turkije is het zo goed mogelijk je een voorstelling te maken
van een Romeinse stad.
Efese was één van de
wereldsteden uit de Oudheid. Hier woonden Grieken en vreemdelingen uit
Azië, Europa en Afrika die handel dreven, een ambacht uitoefenden of
zich wijdden aan het bestuur en de administratie van de ongeveer 500.000
inwoners van de gemeenschap. De stad werd door de Grieken gebouwd, maar
de Romeinen hebben de stad welvaart en aanzien gegeven. |
I n der loop der eeuwen
moest Efeze herhaaldelijk worden verplaatst omdat de rivier
Kalystros de baai steeds verder verzandde. De eerste
nederzettingen in de stad kwamen er rond het 2de
millennium v. C. Het waren de Carische bewoners die zich vestigden
aan de voet van de Citadelheuvel. Ontelbare pelgrims werden door de
pracht en praal naar Efeze gelokt en bezorgde de stad een
onmetelijke rijkdom. In de loop der tijd zette de
Kalystros steeds meer zand in
de baai af, zodat de haven verder dichtslibde. En enkele moerassige
gebieden kregen zelfs te kampen met malaria. Efezemoest dus dringend
verplaatst worden, want de toestand werd steeds ondraaglijker.
|
|
|
|
Lysimachus ontwierp daarom
een nieuwe stad die ongeveer twee km verder naar het zuid-westen moest
komen te liggen, op de plaats van de toenmalige Necropolis. De bevolking
echter weigerde daar te gaan wonen en Lysimachus besloot de verplaatsing
van de stad met een list te realiseren: hij liet namelijk de
waterleidingen dichtstoppen. Zo ontstond het nieuwe Efeze tussen de
bergen Pion en Koressos en beschikten in het westen over een goed
bevaarbare haven. De stad had ook goede verdedingingsmuren. |
Onder keizer Augustus werd
Efeze de hoofdstad van de Romeinse provincie Asia Minor, en onder
Hadrianus kwam de stad tot grote bloei. Dit was de tijd van de Pax
Romana, waarin Efeze een levendige handel kende. De stad lag immers aan
het einde van grote handelswegen door Anatolië. Efeze groeide en telde
uiteindelijk meer dan 200.000 inwoners.
Efeze kende uiteraard
ook zijn tegenslagen. Zo kwam het dat in de 6de eeuw, toen
Efeze eigenlijk een onbeduidende plattelandsgemeenschap was, keizer
Justinianus in deze voormalige heidense wereldstad een symbool van het
christendom wilde plaatsen. Hij liet dus op de burchtheuvel boven het
Artemision de Johannes-basiliek bouwen, met een grondplan in de vorm van
een kruis. Rond deze basiliek ontstond weer eens een nieuw Efeze en de
heuvel waarop de kerk stond, werd versterkt met en muur en een burcht.
|
Weetje:
Deze tempel werd omstreeks 550 v.Chr. gebouwd te Efese. Hij was
gewijd aan de Godin Artemis, de tweelingzuster van de God Apollo.
Het gebouw zou 127 Ionische marmeren zuilen hebben gehad. Het werd
in 356 v.Chr. door brand verwoest. De eerzuchtige Herostratus stak
de tempel in brand omdat hijals grootste misdadiger de geschiedenis
wilde ingaan. Gelukkig werd deze weer opgebouwd. In 252 n.Chr. werd
de tempel
definitief verwoest door de Goten
|
|
|
|
|
Na de 11de eeuw namen de Turken
in aantal toe en vormde zich onder de dynastie van de Turkse
Aydinogullari een nieuwe staat. Aan de voet van de burchtheuvel bouwde
men een hoofdmoskee. Pas in 1914 kreeg het stadje de naam Selçuk |
|
b) Efeze |
|
|
Dit zijn twee ongeveer
identieke kaartjes van Efeze waarop we de Curetenstraat gecentreerd
hebben. |
|
c) De Curetenstraat
De Curetenstraat, een 210 m
lange en geplaveide straat, en de nabijgelegen gebieden tonen de meeste
sporen van romanisatie. Bij de Celsus-bibliotheek, waar we het zo
dadelijk zullen over hebben, begint deze straat. De Curetenstraat
bevindt zich tusssen de heuvels Pion en Coressos en stijgt met een
helling van 10%, met zuilenhallen aan beide kanten.
Weetje:
De benaming Cureten is afkomstig uit de mythologie. De Cureten waren
halfgoden, die, toen Leto, een liefje van Zeus, geboorte gaf aan Artemis
en Apollo, zoveel lawaai maakten dat zij de kreten van de pasgeborene
overstemden, zodat de altijd jaloerse Hera, de gemalin van Zeus er niet
achter zou komen.
|
|
|
d) De bibliotheek van Celsus (114 n.C.)
De bibliotheek van Celsus, die ten zuid-oosten
van het handelsagora ligt, is een van de meest indrukwekkende monumenten
van de stad. Het bouwwerk werd door consul Aquila opgericht ter ere van
zijn gestorven vader, Celsus Polemaeanus, de stadshouder van de
provincie Asia. Vandaar ook de naam Celsus-bibliotheek.
Celsus zelf is in de
bibliotheek
begraven. Onder de middelste nis ligt zijn graf. Begraven worden binnen
de stadsmuren was overigens een hoge eer.
Het bouwwerk heeft een tien
meter hoge binnenruimte en in de nissen op de benedenverdieping van de
voorgevel staan vier godinnen, die de deugden van Celsus symboliseren:
de wijsheid (Sofia), de deugd (Arete), het
beoordelingsvermogen (Ennoia) en de kennis (Episteme) van Celsus.
Deze godinnen zijn ook te zien op de foto hiernaast. Een interessante
architectonische truc is ook toegepast in het gebouw. Dezuilen en de
kapitelen op de hoeken zijn smaller dan die in het midden, zodat het
gebouw breder lijkt dan het in werkelijkheid
is. Elke verdieping bevatte een tiental nissen waarin in totaal 12.000
boekrollen waren opgeborgen.
Binnen zijn
de instructieve tableaus opgehangen die in tekst en beeld uitleg geven
over de
bouwgeschiedenis en de restauratie van het gebouw in de jaren 1970-78.
Dit monument heeft in de loop der jaren met vele problemen te kampen
gekregen. Zo werd het in 1000 v. Chr. door de Goten vernield, geteisterd
door een aardbeving en vervolgens in 400 werd hij gedeeltelijk verwoest
door een brand. Gelukkig werd dit monument steeds weer heropgebouwd
zodat wij tot op de dag van vandaag kunnen genieten van zijn pracht en
praal. De bibliotheek werd opgegraven door Oostenrijkse archeologen en
heropgebouwd. Dank zij de brokstukken van de voorgevel, die op de agora
uitgespreid waren, heeft men de bibliotheek grotendeels kunnen
restaureren. Met de bibliotheek van Alexandrië en Pergamon behoorde de
Celsus- bibliotheek tot de grootste van de oudheid. |
|
|
Een van de vier godinnen in de nissen van de Celsus-bibliotheek. |
De prachtige 17 meter
hoge voorgevel van de Celus-bibliotheek bestaat uit drie
verdiepingen.
Alle
waardevolle documenten (boekrollen) gingen verloren tijdens een
brand, na de inval van de Goten in 263.
|
|
|
|
|
Naast de bibliotheek
geeft een gerestaureerde poort met 3 doorgangen toegang tot de
agora. In de poort zijn nissen voor waterbekkens aangebracht. In een
nis van de oostelijke doorgang staat de inscriptie:”wie hier
urineert, zal door het gerecht gestraft worden”.
|
|
|
|
d) De bibliotheek van Celsus (114 n.C.)
De bibliotheek van Celsus, die ten zuid- oosten van het
handelsagora ligt, is een van de meest indrukwekkende monu- menten
van de stad. Het bouwwerk werd door consul Aquila opgericht ter ere
van zijn gestorven vader, Celsus Polemaeanus, de stadshouder van de
provincie Asia. Vandaar ook de naam Celsus-bibliotheek. Celsus zelf
is in de bibliotheek begraven. Onder de middel- ste nis ligt zijn
graf. Begraven worden binnen de stadsmuren was overigens een hoge
eer. Het bouwwerk heeft een tien meter hoge binnenruimte en in de
nissen op de benedenverdieping van de voorgevel staan vier godinnen,
die de deugden van Celsus symboliseren: de wijsheid (Sofia), de
deugd (Arete), het beoordelingsvermogen (Ennoia) en de kennis
(Episteme) van Celsus. Deze go- dinnen zijn ook te zien op de foto
hier- naast. Een interessante architectonische truc is ook toegepast
in het gebouw. De zuilen en de kapitelen op de hoeken zijn smaller
dan die in het midden, zodat het gebouw breder lijkt dan het in
werkelijk- heid is. Elke verdieping bevatte een tiental nissen
waarin in totaal 12.000 boekrollen waren opgeborgen. Binnen zijn de
instructieve tableaus opgehangen die in tekst en beeld uitleg geven
over de bouwgeschiedenis en de restauratie van het gebouw in de
jaren 1970-78. Dit monument heeft in de loop der jaren met vele
problemen te kampen gekregen. Zo werd het in 1000 v. Chr. door de
Goten vernield, geteisterd door een aardbeving en vervolgens in 400
werd hij gedeeltelijk verwoest door een brand. Gelukkig werd dit
monument steeds weer heropgebouwd zodat wij tot op de dag van
vandaag kunnen genieten van zijn pracht en praal. De bibliotheek
werd opgegraven door Oostenrijkse archeologen en heropgebouwd. Dank
zij de brokstukken van de voorgevel, die op de agora uitgespreid
waren, heeft men de bibliotheek grotendeels kunnen restaureren. Met
de bibliotheek van Alexandrië en Pergamon behoorde de Celsus-
bibliotheek tot de grootste van de oudheid. |
|
|
|
|
e) Bordeel
Langs de Marmerstraat kan men een marmeren plavuis waarnemen, waarvan
wordt gezegd dat het een soort billboard is uit de oudheid, om reclame
te maken voor het stadsbordeel. De uitleg die gegeven wordt aan de voet,
de vrouwenfiguur en het hart die in het marmer
zijn gekrast, is de volgende: als je je voet in deze richting zet, zul
je het meisje vinden dat je hart kan bekoren. Er valt echter wel te
betwisten of het bordeel bestond of niet. De reden dat het huis een
bordeel wordt genoemd, is dat er een beeldje van de god Priamus is
gevonden met een enorme fallus.Maar ja, als men in ieder huis, waarin
een dergelijk beeldje Wordt gevonden, een bordeel noemt, dan waren er
wel wat bordelen. Ten tweede is, volgens de archeologen, wat je ziet
geenhart. |
Het hart (links), de voet
(midden) en de dame (rechte) op de marmeren richtingswijzer. |
Een of andere onverlaat
heeft er een lijntje bijgetekend zodat het daarop lijkt. De Romeinen
zouden nooit een bordeelmet een hart aangeven. Het hart is een symbool
uit de 18e-eeuwse
romantiek. Een nog sterker verhaal is, dat er een ondergrondse tunnel
liep van de bibliotheek van Celsus, naar het bordeel. Ook dat verhaal
stemt niet helemaal overeen met de Romeinse gewoonten van die tijd. De
Romeinen voelden immers geen schaamte als ze naar het bordeel gingen en
zij hoefden daarom niet via een geheime tunnel te gaan.
|
Weetje:
Prostitutie in het oude Rome werd beschouwd als een democratische en
heilzame maatregel omdat het de kuisheid van de getrouwde vrouwen
beschermde. In Rome werden de prostituees eens per jaar officieel
betrokken bij de spelen die tot het heil van het volk werden gegeven.
Het hoogtepunt van de ceremonie was de optocht van de naakte, erotische
bewegingen makende prostituees van de stad. Zelfs Martialis spoorde de
jonge Victor, die op het punt stond te trouwen, aan een lesje te nemen
bij de beroeps in de buitenwijken. Voor de Romeinen waren prostituees
dus een dienstverlenende instelling, net zoals ieder ander.
|
f) Latrines
In een even verderop steegje lagen de openbare latrines.
Langs de nog intacte toiletpotten loopt een kanaal voor het water
waarmee de gebruikers zich wasten. De uitwerpselen werden via een goot
onder de zittingen afgevoerd. In het midden van de latrine was er een
ruimte die diende als licht- en luchtschacht. Deze openbare en luxueuze
toiletten waren de plaats waar men elkaar zonder enige verlegenheid of
schaamtegevoel ontmoette, waar men converseerde en elkaar te dineren
noodde. Zeer arme mensen of gierigaards voelden er echter niets voor om
ook maar een as in de buidel der uitbaters van de openbare toiletten te
laten verdwijnen. |
De verschillende toiletpotten. Deze plaats was ideaal voor ontmoetingen |
Zij gaven er de voorkeur
aan hun toevlucht te nemen tot de speciaal voor dat doel onthalsde
kruiken, die de volder van de buurt voor zijn werkplaats had gezet. Op
die manier kwam hij gratis aan urine, die hij voor de uitoefening van
zijn ambacht nodig had. Naar alle waarschijnlijk bevond zich hier wel
een bordeel, omdat er inscripties op de muur zijn gevonden, die daar op
duidden. |
|
g) Onderste Agora
Vlak
boven de Celsus-bibliotheek ligt het onderste agora, ook wel het
handelsagora genoemd. Dit was het marktplein waarop de inwoners van
Efeze aan handel deden. De handelsagora was een groot, met marmer
geplaveid open plein (met zijden van 110 m), omringd door Corinthische
zuilengalerijen met winkeltjes en andere gebouwen. Er staan nog talrijke
zuilenstompen en enkele zuilen staan nog volledig overeind. Een tiental
hoge pijnbomen verfraaien het landschap. In het midden stond de zonne-
en waterwijzer (horlogium). Ook opvallend zijn een Isis-tempel en een
waterbekken waarin het bronwater verzameld wordt dat van de helling naar
beneden stroomt.Drie monumentale poorten geven toegang tot de grote
markt, aan de west-, noord- en zuidzijde. |
|
|
De handels-agora is 110
bij 110 meter. |
|
|
h) Het bovenste Agora
Zoals we op de kaartjes van Efeze kunnen zien is er nog een agora. Dit
is het bovenste agora of het staatsagora: dit is 160 m lang en 56 m
breed. Hier lagen de vroegere bestuurscentra van de stad. Ten noorden
van het staatsagora bevindt zich een zuilenhal die even lang is als de
breedte van het staatsagora. Deze zuilen zijn eveneens in Corinthische
stijl. |
|
Zuilenhal naast het staatsagora. |
|
i) Prytaneion
Achter deze zuilenhal lag het Prytaneion, een soort raadhuis
waarin ook het heilige vuur
van de stad werd bewaard. Over dit vuur waakten de priesters of de
cureten. Aan deze straat, met aan weerszijden nog stukken van zuilen en
twee volledige zuilen met kapitelen, liggen verscheidene ruïnes van
gebouwen. In de altaarruimte werden drie Artemisbeelden gevonden, die
zich nu in het Archeologisch Museum van Selçuk bevinden. De beelden
werden waarschijnlijk na een aardbeving in de 4de eeuw
ritueel begraven, wat verklaart hoe ze zo ongeschonden bewaard konden
blijven. Het Prytaneion werd gebouwd in de eerste eeuw na Chr. De
functie van gemeentebestuur was in die tijd een erebaantje, de rijke
Ephesiërs betaalden het onderhoud en de verfraaiing van de stad uit
eigen zak.
|
|
|
Zuil met inscripties in het Prytaneion |
|
j) Marmerstraat
De
Marmerstraat (de heilige weg) is een straat die doorloopt in de
Curetenstraat. Deze pronkstraat met aan beide kanten zuilengalerijen is
530 meter lang. Evenals de andere straten in de metropool was onder het
wegdek een uitgebreid systeem van waterleiding- en rioleringspijpen
aangelegd. De ringen in de straat markeren de putdeksels, van daaruit
kon men het riool in, om onderhoudswerken te verrichten |
k) De tempel van
Hadrianus
Vanaf de Curetenstraat is de tempel van Hadrianus
goed zichtbaar. Het is
een van de mooiste gebouwen van Efeze. Hij is gebouwd in 138 tijdens
diens regeerperiode. In die tijd had de keizercultus inmiddels zijn
intrede gedaan. De Hadrianus-tempel is ook de tempel die door
archeologen, met behulp van vondsten, het meest compleet
gerestaureerd kon worden. De reliëfs met mythologische
voorstellingen in de voorhal zijn kopieën van de originele, die zich
bevinden in het museum van Selçuk. In 130 werd het bouwwerk
voltooid, dat zeven bij vijf m groot was. De vier Corinthische
gevels dragen de gevel, die in het midden een halfcirkelvormige boog
heeft. De mooie voorgevel bestaat uit twee pijlers en twee zuilen
die tezamen een met ranken versierde architraaf (balk van
kroonlijst) ondersteunen, die verbonden worden door een boog. Het
marmerwerk op de voorgevel van de tempel verbeeldt ook mythologische
goden en godinnen. Op de sluitsteen is Tyche (de godin van het Lot)
afgebeeld. Boven de ingang van de cella (de cultusruimte met het
beeld van de godin) is een naakte vrouw afgebeeld die tevoorschijn
komt uit een bladerrol. Wellicht is het Acantho (die het
acanthusblad haar naam gaf), de moeder van de zonnegod Helios en
daarmee ook de symbolische moeder van keizer Hadrianus als de nieuwe
Helios. |
|
|
Weetje: Op de reliëfs naast de ingang is het
volgende te zien: de mythe van de stichting van de stad met
Androculus die op een everzwijn jaagt; de strijd met Theseus met
Heracles; de Amazonen en een aantal goden: waaronder Dionysus met
zijn vrolijke gevolg van satyrs. Soms wordt er gezegd dat keizer
Theodosius ook is afgebeeld. Wederom onzin, want waarom zou de
keizer die het christendom tot staatsgodsdienst maakte, het toelaten
dat men hem afbeeldde samen met een heidense godin op een heidense
tempel?. |
|
|
|
De naakte vrouw boven
de ingang van de cella.
|
|
|
|
De mythologische goden en godinnen op de gevel van de
Hadrianustempel |
Een detail van de tempel van Hadrianus: een Corinthisch kapiteel |
|
|
ll) Wonen in
Efese
Aan de overkant van de straat waar zich ook de Hadranustempel
bevindt, liggen de terrashuizen of ook wel “hangende huizen”
genoemd. Eigenlijk is de term “hangende huizen” een verkeerde
vertaling van het Duitse “Hanghäuser”. Er is niets hangend aan de
huizen, integendeel ze staan zo stevig dat ze de tijd ongelooflijk
goed getrotseerd hebben. Ze werden opgegraven tussen 1967 en 1983.
De Oostenrijkse archeologen troffen muren aan die meer dan 3 m
overeind stonden en voorzien waren van muurschilderingen.Hun
centrale ligging maakt duidelijk dat het om woningen gaat die voor
de rijke toplaag van de bevolking bestemd waren.Elke luxewoning had
meerdere verdiepingen, centrale verwarming en stromend water. Een
aantal huizen hadden zelfs een privé-badhuis en een toilet. De
terraswoningen waren aangebouwd tegen een helling (hellinghuizen) en
worden beschermd door het enorme kunststofdak dat al van ver
zichtbaar is. De vloeren zijn bedekt met mozaïeken en de wanden met
fresco’s die ontleend zijn aan de mythologie. Ze zijn allemaal in
hetzelfde principe ingedeeld: een binnenplaats omgeven door een
colonnade waarvan slaapkamers, keuken en toilet lagen. De
verschillende ruimtes van het huis waren meestal schemerig, omdat ze
geen ramen hadden, en alleen door het daglicht, dat door de
binnenhof naar binnen scheen, verlicht werden. De huizen worden ook
terecht vergeleken met die van Pompei. Via houten loopbruggen ga je
door de huizen van kamer naar kamer en aan het einde van de 7e eeuw
werden deze huizen verlaten en gebruikt als opslagplaatsen.
|
Overblijfselen van de mozaïeken vloer van een
terrashuis
|
|
|
|
|
|
Mozaïek in detail. |
Hier is een voorbeeld van hoe de “hangende huizen”
tegen de helling waren aangebouwd |
Een beeld en enkele fresco’s die gevonden
zijn in één van de terrashuizen en nu te
bezichtigen zijn in het museum van Selçuk |
|
|
m) Thermen van Scholastika of Variusbaden
Schuin tegenover de
Celsus-bibliotheek liggen de scholastikathermen. Het was een enorm
badhuis dat drie verdiepingen telde. In de hal van de 2de
etage staat het beeld, zonder hoofd, van de gulle geefster. Er waren
koud- en warmwaterbaden, de laatste met vloerverwarming. Het
verwarmingssysteem is ook nu nog te zien. In het portaal staat het beeld
van de rijke christen Scholastika die het badhuis rond 400 liet
renoveren. De thermen vormen een cultureel en sociaal trefpunt. De
rijken togen er met hun bedienden elke namiddag naartoe. Het baden
bestond uit drie fasen. Vaak nadat hij gesport had, ging de bader naar
het caldarium, dat het meest lijkt op een Turks bad, waar zijn
huid werd afgekrabd door een krabber. Dat afkrabben werd door slaven
gedaan, die je zelf moest meenemen. In het caldarium is nog steeds de
hypocaust te zien. Dit is een systeem dat er voor zorgt dat warme lucht
onder de vloer circuleert en zo de bovenliggende ruimte verwarmd.
Wanneer de bader schoon was, vertoefde hij een ogenblik in het
trepidarium, om langzaam af te koelen en nam dan een duik in het
koude zwembassin van het frigidarium. De biograaf van Hadrianus
vertelt dat de keizer vaak tussen het gewone volk in de openbare thermen
baadde.
|
|
Het zittende beeld van Scholastika aan de ingang van de Scholastika
thermen |
|
De
waterpijpleidingen om de thermische baden
en de fonteinen van de stad te voeden
zijn nog vrij zichtbaar.
|
|
n) Huis der Vreugde
Links stond het “Huis der
Vreugde”, dat evenals de Scholastika-thermen, die iets verderop aan
dezelfde kant liggen, in de 4de eeuw n. Chr. werd gebouwd. De
ruimtes die geen ramen hadden werden door kaarsen verlicht. Van de twee
verdiepingen was de begane grond bestemd voor bezoekers en op de eerste
etage waren de kamers voor de meisjes. Op de grond is nog een mozaïek
van vier vrouwen te zien en in een ander vertrek een vage uitbeelding
van een liefdesscène. Iets verderop zien we links de antieke openbare
toiletten. |
o) Het grote theater
Aan het begin van de Arkadiane (straat) ligt op de westelijke
helling van de Pion het grote theater dat enorm uitgebreid werd
onder keizer Trajanus (98-117 v Ch). Het bood aan 24.000 mensen een
zitplaats en bestond uit drie rijen met een brede gang ertussen. Het
podium met drie verdiepingen was 18 m hoog en 14 m breed. Het
theater werd niet alleen voor toneeluitvoeringen gebruikt. Hier
heeft zich een beroemd voorval afgespeeld in de herfst van het jaar
54. Paulus was twee jaar in Efese geweest en verkondigde daar zijn
mening. Dat zorgde voor commotie bij de zilversmeden, die bang waren
dat hun Artemisbeeldjes niet meer zouden worden verkocht. Paulus
beweerde immers dat “goden, gemaakt door de hand van de mens geen
goden zijn”. Een zekere Demetrius wist de benadeelden in het theater
samen te brengen. Daar schreeuwden ze ongeveer twee uur lang: “Groot
is de Artemis der Efesiërs!” De autoriteiten moesten eraan te pas
komen om ze te kalmeren. Paulus vond het raadzamer niet langer in
Efese te blijven en vertrok naar Macedonië. Voortaan wendde hij zich
per brief tot de christenen van Efese. Vanaf de bovenste rijen van
het theater hadden de bezoekers een prachtig zicht op de havenwijk
en de vlakte. |
|
|
p) Trajanusbron of het
Nymphaion
Iets voorbij de
Hadrianustempel aan de linkerkant ligt het Nymphaion, een monumentale
fontein, die door Tiberius Claudius Aristion aan de stad werd geschonken
en opgedragen aan de keizer. Volgens de inscriptie vond de bouw plaats
tussen 102 en 114 na Chr. Hieruit blijkt ook dat de bron was gewijd aan
de Romeinse keizer Trajanus (98-117 n.Chr.). In 1962 is het gebouw op
vreemde wijze gerestaureerd door betonnen delen tussen de resten in te
plaatsen. Men wist toen de hoogte van het gebouw niet, waardoor het te
laag is geworden. Inmiddels is bekend dat die 9.5 m moet zijn geweest.
In het midden van de bron was een rechthoekig bassin, dat aan drie
zijden door een dubbele rij zuilen was omgeven. In de nissen werden
beelden geplaatst. In de middelste nis stond het beeld van de keizer,
tweemaal levensgroot en in goddelijke naaktheid afgebeeld. Van dit beeld
is nu alleen nog de sokkel van de zuil en een voet van de keizer te
zien. Het Nymphaion was oorspronkelijk 12 m hoog. De beelden die hier
werden gevonden, zoals die van Dionysos, Aphrodite en leden van de
keizerlijke familie, zijn in het museum van Efese (Selçuk) te zien.
q) Hercules-poort of Heracles-poort
De poort werd pas in de
laat-Romeinse tijd gebouwd en maakte de Curetenstraat tot een
voetgangers-gebied. Hij staat naast de Trajanuspoort, waarvan nog twee
zuilen en een beeld zonder hoofd zijn overgebleven. Hij bestond
oorspronkelijk uit twee verdiepingen die uit de vierde eeuw zouden
stammen en zes zuilen die de bovenste verdieping verfraaiden. Twee van
deze zuilen staan er nog, met twee reliëfs die Hercules voorstellen in
een leeuwenvel, waaraan hij ook zijn naam dankt. De poort had een
centrale boog en in de bovenhoeken stonden gevleugelde godinnen van de
overwinning.
|
Dit driehoekige architectuur-
fragment is afkomstig van de
Heraclespoort die aan het begin van de
Curetenstraat stond.
De godin van de overwinning komt
aanvliegen met wapperend gewaad en
een lauwerkrans in haar uitgestoken hand.
|
|
|
|
r) Domitianus
Waar de Curetenstraat naar links afbuigt, gaat rechts een weg naar het
Domitianusplein, genoemd naar deze problematische Romeinse
keizer (81-96).
Weetje: Zijn achtervolgingswaanzin leidde ertoe dat hij tal
van vermeende vijanden uit de weg liet ruimen. In zijn paleis in Rome
liet hij in de gangen schuin geplaatste, gepolijste stukken steen
opstellen die als spiegels dienst deden. Zo kon hij zien of er iemand
achter hem liep die hem uit de weg wou ruimen. Uiteindelijk lukte het
toch om hem uit de weg te ruimen. De herinnering aan Domitianus werd
gebannen door zijn naam uit de inscripties te verwijderen en te
vervangen door die van zijn populaire vader Vespasianus |
Twee
zuilen van de tempel van Domitianus. |
Voor het zover was, kreeg de
keizer een tempel op het hoge terras achter het plein. Delen van het
beeld van de keizer, dat enorme
afmetingen gehad moet hebben, werden in de kelder gevonden en bevinden
zich nu in het museum van Selçuk.
De basis van het terras (100 bij 50 m) werd aan het oog onttrokken door
een monumentale gevel waarvan een stuk is gereconstrueerd.
De tempel kon je via trappen bereiken. Achter de grote boog links aan
het plein lag de monumentale
fontein van Domitianus. Daar stond de beeldengroep met Odysseus en de
cycloop Polyphemus, die het museum van Selçuk
te zien is. |
Weetje:
Dit beroemde verhaal speelt zich af in een grot en waarschijnlijk
was de fontein dan ook overdekt en werden de beelden dramatisch belicht.
Homerus vertelt hoe Odysseus en zijn makkers door de eenogige reus
worden opgesloten in zijn grot alvorens hij ze gaat opeten. Ze
ontsnappen door een stok in zijn oog te steken en onder de buik van de
schapen in de grot te gaan hangen. Wanneer de schapen naar buiten gaan,
voelt de blinde cycloop of er iemand op de rug van de schapen zit, maar
hij vergeet eronder te voelen.
s) Odeion
Links van het Raadhuis staat
het halfcirkelvormige Odeion, gebouwd in de 2de eeuw en in de
vorm van een klein theater. Het verschil in functie met een theater ligt
erin dat het Odeion werd gebruikt als bouleuterion (raadshuis) en als
concertzaal. Een ander verschil met het theater is dat het Odeion een
houten dak had dat bescherming bood tegen zon en regen. De onderste
marmeren trappen zijn nog origineel, de rest is gereconstrueerd. Het was
een concertzaal met 23 rijen voor 2.200 bezoekers. Hiernaast liggen de
resten van een basilica, die tijdens keizer Augustus 160 m lang was.
|
Ionische
kolommen met
ramskoppen op de rand van het oorspronkelijk twee verdiepingen
hoge toneelgebouw van het Odeion. |
t) Memmius
Op een kruispunt aan de andere kant van de Heraclespoort staat het
gedeeltelijk gereconstrueerde Memmiusmonument waarop deze generaal en
zijn zoons in militaire kledij zijn afgebeeld uit de eerste eeuw v. Chr.
De manier waarop de resten na de opgraving van 1959 staan opgesteld
heeft niets te maken met de oorspronkelijke vorm. Men weet eenvoudigweg
niet hoe groot het was en welke onderdelen waar hebben gezeten. |
Het monument van Gaius Memmius.
|
|
|
Een reconstructie van het Memmiusmonument. |
|
|
3) De Aya Sophia : Van
kerk (537-1453) naar Moskee (1453-1935) en later Museum…
|
a) De Aya Sophia: algemeen
Het beroemdste monument van Istanbul is ongetwijfeld de Aya Sophia
(Kerk van de Heilige Wijsheid) De voorloopster van deze kerk was tijdens
de Nika-opstand verwoest. Als architecten voor de herbouw van de kerk,
werden Anthemisios van Tralles en Isidoros van Milete aangetrokken, in
hun tijd wetenschappers met naam. Tijdens de feestelijke
inwijdingsplechtigheid in 537 zei Keizer Justinianus: “Geloofd zij God
die mij waardig heeft bevonden dit werk te voltooien; Ik heb U
overtroffen, O Salomo !” Niet alleen het reusachtige formaat van de
koepel maar ook de haast waarmee deze was gebouwd, maakte dat de
constructie slecht tegen aardbevingen bestand was. De koepel stortte dan
ook tot driemaal in. |
De majestueuze Aya Sophia domineert het oude centrum
van Istanbul. Het gebouw is weer in de oorspronkelijke steenrode
kleur geschilderd. |
Tijdens de bezetting van
de stad door de kruisvaarders werd de Aya Sophia genadeloos geplunderd.
Veel kunstwerken en beroemde relikwieën kwamen zo in West-Europa
terecht. |
De Aya Sophia was gebouwd om
dienst te doen als christelijke kerk maar na de verovering van
Constantinopel besloot Sultan Mehmed II om de kerk in een moskee te
veranderen. Het gebouw is vrijwel intact gelaten maar ten behoeve van de
islamitische diensten werden minaretten, een minba en een mihrab
toegevoegd. De naam werd gewijzigd in Ayasofya Camii (Moskee van de Aya
Sophia) Na het uitroepen van de Turkse Republiek werd het gebouw een
museum. De huidige bezoeker ziet een mengeling van Islamitische en
Christelijke tradities. |
|
b) De Aya Sophia: bouw en
interieur
Het contrast
tussen binnen- en buitenkant van de Aya Sophia is opvallend. Van buiten
maakt het gebouw een massieve en lompe indruk. Eenmaal binnen in de
eerste ruimte wordt de bezoeker echter overweldigd door goudkleurige
mozaïeken, groene en donkerpaarse zuilen, rijk geaderde marmeren platen
en de fameuze koepel. Men betreedt de Aya Sophia via achtereenvolgens
het atrium (voorhof), een exonarthex (buitenste voorhal)
en de narthex (voorhal) |
De centrale ruimte van de Aya Sophia bestaat
uit een vierkant van ongeveer 31 bij 31 meter met daarbovenop een
koepel die op vier kolossale pijlers rust. Grote driehoeken vlakken
(pendentieven) vormen de overgang van de pijlers naar de koepel. De
omtrek van de koepel is door middel van kruisjes in de vloer
aangegeven. Het hoogtepunt bevindt zich op circa 56 meter boven het
vloeroppervlak. Bij gunstige weeromstandigheden valt door de 40
vensters langs de onderkant van de centrale koepel een verblindende
krans van licht binnen. De enorme koepellegt een sterke nadruk op
het midden van de kerk. Nooit eerder was alleen aan de hand van
wiskundige berekeningen zo’n geweldige hoofdkoepel gebouwd. Toch
maakt de Aya Sophia een langwerpige indruk, omdat de zijbeuken van
het middenschip zijn gescheiden door een scherm van zuilen.
|
|
|
Het interieur van de Aya Sophia is buitengewoon indrukwekkend. De
kapitelen en sierlijsten zijn voorzien van prachtig beeldhouwwerk
en op de wanden zijn marmer, mozaïeken en schilderingen aangebracht.
Voor dat Atatürk van de Aya Sophia in 1934 een museum maakte, waren
de mozaïeken in de tijd van Süleyman al overgekalkt vanwege het
islamitische verbod op afbeeldingen van mensen in heilige gebouwen.
Onder Atatürk werden ze weer schoongemaakt. De mozaïeken zijn
bewaard gebleven in de centrale ruimte, de zijbeuken en de galerijen |
|
|
Voorstelling van de Heilige Maagd met Christus op
haar schoot. Aan haar rechterkant staat keizer Constantijn die de
stad Constantinopel, gesymboliseerd door een klein model, aanbiedt.
Links van Maria staat keizer Justinianus die ene maquette van de Aya
Sophia overhandigt. |
Het interieur vertoont een mengeling van
christelijke en islamitische invloeden. Reusachtige schilden waarop
de namen van de eerste kaliefen zijn aangebracht, sieren de vier
hoeken van de centrale hal. Deze kalligrafische meesterwerken
dateren uit de zeventiende eeuw.
|
|
|
De afbeelding van Christus bevindt zich in de
zuidelijke galerij en is een artistiek hoogtepunt van de Byzantijnse
mozaïekkunst. Het hoofd in het goudkleurige aureool en de
uitdrukking van het gezicht getuigen van een buitengewoon
vakmanschap. |
|
|
De ruimte riep een onaardse sfeer op.
Dit was precies de bedoeling van de Byzantijnen. De gelovigen
dienden zich af te wenden van het tijdelijke en het aardse, om zo
toegang te verkrijgen tot de geheimzinnige, bovenzinnelijke wereld
van het geloof. Licht speelde een enorme rol in het bouwen van de
kerk.
Reeds in de oudheid sprak Procopius, de biograaf van Justinianus,
lovende woorden over deze “zwevende” koepel. Hij, die het leven en
de daden van zijn keizer Justinianus beschreven heeft, zegt van deze
koepel: "Hij schijnt niet te rusten op een vaste onderbouw, maar
eerder met een gouden ketting aan de hemel te hangen en de ruimte te
overkoepelen." |
|
Het schip van de kerk
|
Procopius over het
schip van de kerk:
“Het straalt van licht. Men mag zeggen
dat deze ruimte niet van buiten door de zon verlicht wordt, maar van
binnenuit, in zulk een overvloed van licht baadt dit heiligdom. De
gelovige, wiens geest zich hemelwaarts opheft, voelt terstond dat God
hier nabij is, zeer nabij, en dat Hij in deze woning behagen schept,
welk Hij zichzelf heeft uitverkoren.”
Wanneer je het schip van de kerk verlaat, zie je aan weerszijden van de
keizerlijke poort twee enorme albasten kruiken. Ze werden in de 16de
eeuw uit Pergamon (Bergama) hierheen gebracht en dienen als
reinigingsfontein. In de nabijheid van de rechterkruik vind je de
zwetende zuil, waar velen hun vinger in steken. Tienduizenden pelgrims
gingen naar de zuil, in de hoop genezen te worden van oogziektes of in
de hoop de vruchtbaarheid te bevorderen.
Volgens de legende was Justinianus de
eerste die door de werking van de zuil genezen werd; toen hij zijn door
migraine gekwelde hoofd tegen de zuil legde verdween de pijn.
|
Verschillende doorsneden
van de Aya Sophia en een opengewerkte driedimensionale voorstelling.
|
|
c) De Aya
Sophia: de slangenzuil
Het park, At Meydani, heeft de
langgerekte vorm van de paardenrenbaan die op deze plek lag. Deze
hippodroom werd rond het jaar 200 gebouwd, in opdracht van Keizer
Septimius Severus. Op 11 mei 330 werd op deze plaats Constantinopel
plechtig tot hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk gewijd.
Tijdens de regering van Constantijn de
Grote werd het Hippodroom vergroot en versierd met uit het hele rijk
afkomstige kunstvoorwerpen. Tijdens de Nika-opstand, die in 532 enorme
schade aanrichtte in de stad, werden in de hippodroom 30.000 rebellen
terechtgesteld.
Het rechthoekige bouwwerk was 420 tot 440
meter lang en 117 tot 125 meter breed. Op de tribunes konden naar
schatting 30.000 toeschouwers zitten. Tegenwoordig is alleen nog de
constructie van het halfronde uiteinde te zien in de kleine straatjes
achter de hippodroom. Tegen de grote bakstenen bogen zijn in een latere
periode huizen gebouwd.
Het oorspronkelijke niveau van de renbaan
ligt ongeveer zeven meter onder het huidige straatniveau.
In de lengteas van de hippodroom stond
een lange muur, de spina, waarop gedenktekens waren gebouwd. Eén
van deze bewaarde gebleven monumenten is de slangenzuil. Dit is
een bronzen zuil in de vorm van drie ineengedraaide slangen. Ooit stond
deze in het heiligdom van Apollo in de Griekse stad Delphi. De
slangenzuil was in 479 v.C. opgericht na de overwinning van de Grieken
op de Perzen en is gemaakt van het brons uit de schilden van de
verslagen Perzen. In opdracht van Keizer Constantijn werd de zuil naar
Constantinopel gebracht en het werd opgesteld in de hof van de Aya
Sophia. Oorspronkelijk had de zuil drie slangenhoofden aan zijn uiteinde
maar deze staan niet meer op de huidige zuil.
d) De Aya Sophia: de kleine Aya Sophia |
|
De kleine Aya Sophia lag
aan de zeemuur. Deze aan de heiligen Sergius en Bachus gewijde kerk,
ontstond in de 6de eeuw onder Justinianus en men
beschouwt haar meestal als een soort voorstudie van de grote Aya
Sophia. Ze is momenteel een moskee.
|
|
|
|
|
De ingang van de kleine Aya
Sophia
|
De koepel die ook als
voorbeeld werd gebruikt voor de grote Aya Sophia
|
|
Een voorbeeld van het interi-eur van de kleine Aya
Sophia.
|
|
|
|
|