Herakles en Atlas
Gemaakt door Maarten De Nys
Herakles (ook wel Alkide, of Hercules in het Latijn) was de zoon van Zeus
en Alkmene. Herakles groeide mogelijk samen met zijn broer Iphikles op in
Thebe onder de naam Alkide. Van kindsaf was Herakles al een held, dat bleek
toen hij op vijfjarige leeftijd door Hera gezonden slangen wurgde. Tijdens
zijn leven verrichtte hij twaalf werken.
Atlas was een Titaan en de naam betekent ‘de dragende’. Hij was de zoon
van Iapetus en Najade Clymene. Nadat hij tegen Zeus gestreden had, moest hij
van Hera eeuwig het hemelgewelf torsen.
Herakles wurgde als kind een slang of volgens andere
versies 2 slangen.
Een van zijn werken was de gouden appels van de Hesperiden naar
Eurystheus brengen. De boom met de gouden appels was het bruidsgeschenk van
Gaia (Moeder Aarde) aan Zeus en Hera zette die in haar tuin aan de andere
kant van de wereld op de berg Atlas. Ze vormden de bron van de eeuwige
jeugd. De boom waaraan het gouden fruit groeide, werd onderhouden door
nimfen, Hesperiden genaamd, en die de dochters van Atlas waren. Maar omdat
de Hesperiden de appels voor eigen gebruik stalen, werd de bewaking van de
appels uiteindelijk door een woedende Hera toevertrouwd aan Ladon, de slang.
De mythe
Volgens één versie bevond de tuin zich ergens onder het Atlasgebergte,
waar Atlas de wereld op zijn schouders droeg. Herakles overtuigde Atlas om
de appels te gaan halen. Toen Atlas de appels ging halen, nam Herakles zijn
taak over en nam de hemel op zijn schouders. Wanneer hij terug was, had
Herakles moeite om hem te overtuigen zijn oude taak weer terug op te nemen.
Volgens andere versies gaat Herakles zelf naar de tuin om daar ofwel de
slang, die de appels bewaakt, te doden, ofwel om de Hesperiden te overtuigen
hem de appels te geven. Tijdens zijn zoektocht naar de tuin stuitte hij op
de zeegod Nereus, die hij met geweld dwong om de weg te wijzen.
Op zijn tocht naar de tuin, besloot hij om de hulp van Nereus, de zeegod
in te roepen. Nereus wou Herakles helpen als hij verslagen werd in een
gevecht. Toen hij bij Nereus aankwam, zag hij de zeegod slapen en hij zag
zijn kans om de zeegod te wurgen. Nereus verzette zich nog wel, maar gaf
zich al vlug gewonnen. Hij raadde Herakles aan de hulp van Atlas in te
roepen, opdat hij de tuin ongehinderd kon betreden. De zeegod wees nog de
richting en sliep daarna verder.
Herakles legde zijn probleem uit en Atlas was bereid hem te helpen op één
voorwaarde: terwijl hij de appels ging halen, moest Herakles de wereldbol op
zijn schouders dragen. Maar wanneer Atlas terugkeerde zag hij zijn kans om
te ontsnappen van zijn moeilijke taak, hij zei aan Herakles dat hij de
appels wel naar Eurystheus zou brengen. Herakles doorzag het plannetje van
Atlas, maar deed of hij hem geloofde en vroeg of Atlas nog eventjes wou
overnemen, zodat hij zijn schouders even zou kunnen ontspannen. Wanneer
Atlas de last nog maar net op zijn schouders had, nam Herakles het mandje
met de appels en verdween.
Herakles torst de wereldbol, terwijl Atlas de appels gaat
halen.
Nawerking:
Enkele jaren geleden was er een televisie programma op TV1: de 12 werken
van Vanoudenoven. Hierin verrichtte Rob Vanoudenoven 12 weken lang elke week
één opdracht die door een bekende Vlaming aan hem werd opgedragen.
Bronnen:
Arthur Cottenell, Encyclopedie v/d Mythologie
Lucilla Burn, Griekse mythen
Morgan J. Robert, Klassieke goden,godinnen en helden